Maandelijks archief: september 2017
Arameeërs vrezen vernietiging laatste sporen in Turkije
Het bericht dat het Turkse regime in de provincie Mardin op grote schaal Aramese eigendommen confisqueert en ruim vijftig kerken en kloosters met bijbehorende grond overdraagt aan het Presidium voor Religieuze Zaken (Diyanet) heeft voor woedende reacties gezorgd, ook in Nederland. De Kanttekening sprak daarover twee prominente Aramese Nederlanders.
‘De afgelopen tien jaar is de situatie van Arameeërs in Turkije van slecht naar slechter gegaan. Hoewel ik een optimistisch mens ben, vrees ik dat het de komende jaren ook niet beter gaat worden’, zegt de voorzitter van de Aramese Beweging voor Mensenrechten, Aziz Beth Aho. Er wonen ongeveer vijfentwintig duizend Arameeërs in Turkije, de gemeenschap was ooit veel groter. ‘Arameeërs hebben in de loop der eeuwen veel ellende meegemaakt en daar lijkt geen eind aan te komen. Het lijkt alsof de genocide nog niet is beëindigd’, vertelt hij. ‘Genocide is niet alleen het vermoorden van mensen, we hebben nu te maken met een culturele genocide. Wat IS in Irak en Syrië doet, doet Turkije nu in Tur Abdin. Door het plunderen van erfgoed in Hesno d-Kifo (Turks: Hasankeyf) bijvoorbeeld of het onteigenen van kerken en gebouwen.’ Tur Abdin is een heuvelachtige regio in het zuidoosten van Turkije met grote historische, religieuze en culturele waarde voor Arameeërs.
https://dekanttekening.nl/wereld/arameeers-vrezen-vernietiging-laatste-sporen-in-turkije/
Bedreiging Aramees erfgoed in Turkije door bouw Ilisudam
aan de Minister van Buitenlandse Zaken,
de heer A. Koenders,
Postbus 20061,
Den Haag
betreft: bedreiging Aramees erfgoed in Turkije door bouw Ilisudam
Enschede, 11 september 2017
Excellentie,
Waar we de afgelopen tijd meermalen aandacht hebben moeten vragen voor de verwoesting van eeuwenoud Aramees erfgoed in het Midden-Oosten als gevolg van terrorisme en oorlogshandelingen, voelen we ons thans gedwongen aan de bel te trekken over de dreigende verwoesting van Aramees erfgoed door een heel andere oorzaak, namelijk de bouw van de omstreden Ilisudam door de Turkse regering in de bovenloop van de Tigris waardoor de van oorsprong Aramese 12000 jaar oude historische stad Hasankeyf geheel onder water zal komen te staan.
De plannen van de Turkse regering om deze Ilisudam te bouwen dateren al van 1954, maar onder druk van lokale en internationale organisaties (zoals UNESCO en de Wereldbank) die opkomen voor het cultureel erfgoed hebben op verschillende momenten in de afgelopen 15 jaar Europese landen en bedrijven die bij de uitvoering van dit grootschalige project betrokken zouden zijn hun medewerking stopgezet. In 2002 ging het om het Britse bedrijf Balfour Beatty dat zich ten gevolge van publieke druk terugtrok; in 2009 de samenwerkende overheden van Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.
Onlangs is de Turkse overheid zelf begonnen met de voorbereidingen van de dam en het bijbehorende stuwmeer waarin Hasankeyf verzwolgen zal worden. Met explosieven worden de kalkstenen kliffen rond Hasankeyf tot ontploffing gebracht: torenhoge kliffen waarin vijfduizend grotwoningen van soms tweeduizend jaar oud zijn uitgehakt en waarvan enkele thans nog (of in ieder geval tot voor kort) worden bewoond. Van voorstellen om door de dam 20 meter lager te bouwen dit historisch werelderfgoed te behouden, wil de Turkse regering niets weten.
Naast de enorme verwoestingen door ISIS van bijvoorbeeld het oude Nineve bij Mosul of van Palmyra (Tadmor) in centraal Syrië en van de historische binnensteden van Mosul Aleppo en Diyarbakir ten gevolge van de oorlogshandelingen, die alom worden gezien als de bakermat van de Westerse beschaving, dreigt door deze halsstarrige en op louter economisch gewin gerichte houding van de Turkse regering ook Hasankeyf, lange tijd regerings- en economisch centrum van een zelfstandige staat, van de aardbodem te verdwijnen.
We vragen u dringend om in Europees verband al het mogelijke te doen om deze vernielzucht een halt toe te roepen.
Met vriendelijke groet,
namens de Aramese Beweging voor Mensenrechten,
Aziz Beth Aho
voorzitter
Als Arameeërs geschiedenis worden of geschiedenis maken
Voor het eerst na meer dan een jaar, waarin zij op 25 mei 2016 samen met de Twentse Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik een bijeenkomst over die situatie van Aramese christenen in het Midden-Oosten organiseerde in het gebouw van het Europees Parlement in Brussel en – hier mede uit voorvloeiend – op 15 februari 2017 een gesprek had met vijf ambtenaren van de afdeling Midden-Oosten van het ministerie van Buitenlandse Zaken over de situatie van Arameeërs in Syrië en Irak, organiseerde de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) op woensdagavond 19 juli 2017 weer eens een publieksbijeenkomst in het gebouw van Platform Aram in Enschede.
Aziz Beth Aho Elia Barsoum
Het onderwerp was dit keer “de situatie van Arameeërs in Turkije en Libanon”. Hoewel de situatie van deze bevolkingsgroepen in de twee genoemde landen in beide gevallen in de schaduw staat van de situatie van de Arameeërs in Syrië en Irak, leek de overeenkomst tussen beide thema’s daar wel ongeveer op te houden. De bijeenkomst was dan ook meer een gelegenheidscombinatie met twee verschillende sprekers en twee verschillende aanleidingen. Omdat hiervoor geen externe spreker beschikbaar was, sprak ABM-voorzitter Aziz Beth Aho zelf over zeer actuele gebeurtenissen in Turkije die de Aramese gemeenschap in Twente ook danig beroerde, terwijl de situatie in Libanon feitelijk aan de orde kwam dankzij het feit dat de na een verblijf van 15 jaar in Enschede naar Beiroet teruggekeerde Arameeër Elia Barsoum juist deze dagen in Enschede was en zelf aanbood iets over de situatie in Libanon te vertellen die zich over het algemeen toch aan onze aandacht onttrekt. De actuele kwestie die Beth Aho aan de orde stelde betrof de recente confiscatie door de Turkse overheid van 50 Aramese kerken, kloosters en bijbehorende begraafplaatsen in de vanouds Aramese regio Mardin. Omdat de Aramese kerken in Turkije geen rechtspersoonlijkheid bezitten, worden de kerkgebouwen, kloosters en andere kerkelijke goederen beheerd door de traditionele dorpshoofden (Köy Tüzel kişiliği) van de Aramese dorpen waartoe deze kerken en kloosters behoren.
In 2013 werd een groot aantal van deze Aramese dorpen samengevoegd met de stad Mardin tot een grootstedelijke gemeente (Büyükşehir belediyesi) waardoor die traditionele dorpshoofden van het toneel verdwenen en het eigendom van de kerken en kloosters aan het lokale bestuur van deze grootstedelijke gemeente Mardin kwam. Volgens de Turkse wet diende dit de religieuze gebouwen over te dragen aan het Turkse ministerie voor godsdienstzaken (Diyanet).
Deze overdracht werd lange tijd tegengehouden door de co-burgemeesters van Mardin, de Koerd Ahmet Türk en de Aramese Februniye Akyol, die echter, in het kader van de nog immer voortgaande zuiveringsacties door de regering Erdoğan in reactie op de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016, afgelopen najaar van hun post werden ontheven. Ze werden vervangen door een lid van de AKP die de eigendomsoverdracht, ondanks protesten en rechtszaken, inmiddels wèl heeft uitgevoerd.
Dit had eind juni haar beslag en op 27 juni gaf ABM gehoor aan de noodoproep van de Aramese gemeenschap in de regio rond Mardin om vanuit Europa hiertegen protest aan te laten tekenen bij de Turkse regering. De Suryoye Aramese Federatie in Nederland (SAFN) had de Tweede Kamerfractie van het CDA reeds benaderd die Kamervragen indiende; in respons op de oproep van ABM kwamen de Tweede Kamerfracties van ChristenUnie, VVD, SP, PvdD, PVV en SGP tot een gezamenlijke actie en kwam de kwestie ook expliciet aan de orde in het Europees Parlement. Daar stond juist voor 5 juli de behandeling van het uiterst kritische rapport van Turkije-rapporteur Kati Piri (PvdA/PES) op de agenda en door Renate Sommer (CDU/EVP) werd een amendement op dat rapport ingediend waarin de Turkse regering werd opgeroepen de confiscatie van deze 50 kerken en kloosters ongedaan te maken. Dit amendement werd tijdens de behandeling expliciet ondersteund door de Nederlandse Europarlementariërs Esther de Lange (CDA/EVP) en Bas Belder (SGP) en uiteindelijk ook aangenomen.
Daarnaast hebben de co-voorzitters van de European Parliament Intergroup on Freedom of Religion or Belief and Religious Tolerance, Dennis de Jong (SP) en Peter van Dalen (CU), op 13 juli jl. namens deze Intergroup een brief geschreven aan president Erdoğan waarin ze tegen deze confiscatie protesteerden, de president opriepen in deze de Turkse grondwet te respecteren alsmede de internationale verdragen die Turkije heeft getekend en de eigendomen terug te geven aan de betreffende religieuze gemeenschap.
ABM, zo hield Beth Aho het publiek voor, blijft de ontwikkelingen nauwlettend volgen en zal zo nodig aanvullende actie ondernemen. Te vrezen valt namelijk dat deze confiscatie het begin is van een omvangrijker proces waarin het totale culturele erfgoed van de Arameeërs waaronder kerken en kloosters die dateren van de eerste eeuwen van onze jaartelling door de Turkse overheid worden geconfisqueerd, niet langer voor Aramese religieuze activiteiten gebruikt mogen worden en omgevormd worden tot in het beste geval een museum.
De Aramese gemeenschap in Libanon kampt met een heel ander probleem, zo maakte Barsoum vervolgens duidelijk. Het land telt zo’n 4 miljoen inwoners die tot zeer onderscheiden bevolkingsgroepen behoren: druzen, soennitische en sjiitische moslims, Aramese (waaronder vooral maar niet uitsluitend Maronitische) en Armeense christenen. Als gevolg van de stichting van de staat Israël in 1948 en de Zesdaagse oorlog van 1967 kwamen daar nog eens ettelijk honderdduizenden Palestijnse vluchtelingen bij die tot op de dag van vandaag veelal in omvangrijke en tot steden uitgegroeide vluchtelingenkampen verblijven. Mede door hun aanwezigheid, waardoor het kwetsbare (machts)evenwicht tussen de in Libanon aanwezige bevolkingsgroepen verstoord werd maar ook door en in reactie op hun frustratie brak destijds de Libanese Burgeroorlog uit die diepe sporen in de Libanese samenleving heeft achtergelaten.
Deze negatieve ervaring met Palestijnse vluchtelingen die zich dus als het ware in het land gevestigd hebben, er 70 respectievelijk 50 jaar na aankomst nog steeds zitten en een ontwrichtende werking op de Libanese samenleving hebben uitgeoefend, is heel bepalend voor de houding van de Libanese bevolking als het gaat om de instroom van de inmiddels tot bijna anderhalf miljoen aangezwollen groep vluchtelingen uit Syrië en Irak. Tegelijkertijd voelen de verschillende bevolkingsgroepen in Libanon een zekere verwantschap tot specifieke groepen vluchtelingen uit Syrië en Irak en willen hen dus niet afwijzen. Zo stelt ook de Aramese gemeenschap in Beiroet haar kerken en gemeenschapshuizen open voor Syrische vluchtelingen en tracht hen medische hulp te bieden en de mogelijkheid om (hoger) onderwijs te volgen hoewel de aansluiting van de onderwijssystemen in beide landen niet optimaal is. Naarmate het Westen en Amerika voorop, de grenzen echter sluit voor vluchtelingen uit het Midden-Oosten vreest Libanon dat het land blijft zitten met de anderhalf miljoen vluchtelingen waarvan velen alleen maar naar Libanon waren gekomen in de veronderstelling dat zich hier de poort naar het Westen bevond. Daarnaast verblijven in Syrië nog zes miljoen interne vluchtelingen (zogenaamde ‘ontheemden’) en als voor hen binnenkort geen perspectief daagt dan valt te vrezen dat ook zij het land zullen verlaten en wellicht naar Libanon komen omdat ze weten dat de toegang via Turkije naar het Westen, vanwege de befaamde ‘Turkije-deal’, inmiddels is afgesloten. Nog groter is de zorg over de gevolgen van de val van Mosul en weldra mogelijk Raqqa. Waar kunnen die ISIS-strijders naar vluchten? Iran en Turkije zullen ze bij de grens weten te weren, maar Libanon beschikt niet over zo’n sterke grensbewaking en nu al is in het noordoosten van het land feitelijk sprake van een door ISIS gecontroleerd gebied.
Kortom, de Aramese minderheid in Libanon vreest door de instroom van grote groepen vluchtelingen waaronder in de nabije toekomst ook steeds meer ISIS-aanhangers die in Irak en Syrië terrein verliezen maar ook door de steeds strengere migratiebeperkingen die het Westen doorvoert en waardoor deze vluchtelingen niet meer uit Libanon kunnen vertrekken nog verder gemarginaliseerd te worden. En als de verschillende gemeenschappen in Libanon die in de ogen van ISIS niet de (ware) islam volgen, zoals Arameeërs, dan hebben ze niet de mogelijkheid om zichzelf tegen het te verwachten ISIS-geweld te verdedigen. “Als het westen ons met ISIS laat zitten, geef ons dan ook de wapens om ons te beschermen,” houdt Barsoum zijn gehoor voor, ook al zou dat weer een nieuwe burgeroorlog betekenen. Syrië en Irak, zo verwacht hij, zullen binnenkort worden opgedeeld en de bevolkingsgroepen die zich in ‘hun’ deel niet langer thuis voelen zullen op drift raken en zoals zovelen voor hen, beginnend met de Palestijnen, in Libanon eindigen.
Maar dat land, zo benadrukt Barsoum, zal deze nieuwe toestroom niet aankunnen. Ook niet als het Westen in een Libanese variant van de Turkije-deal met enkele miljarden over de brug komt. Er is een punt van verzadiging bereikt. De Libanese economie kan deze extra arbeidskrachten niet opnemen. En als het Westen vooral christelijke vluchtelingen uit het Midden-Oosten zal toelaten, zoals wordt gesuggereerd, zullen in Libanon dus vooral de islamitische vluchtelingen achterblijven en de (machts)balans tussen de verschillende religieuze bevolkingsgroepen nog verder verstoren. In die situatie zullen komen mensen, door machteloosheid gedreven, wellicht weer in de verleiding naar de wapens te grijpen.
Door een tweetal aanwezige lokale politicæ en een gemeenteambtenaar wordt de vraag gesteld wat de gemeente Enschede nu zou kunnen doen aan de totaal verschillende maar in beide gevallen schrijnende situaties van Arameeërs in Turkije en Libanon. Volgens Beth Aho zou dat in ieder geval kunnen bestaan uit het aanhoren van deze verhalen en wat de Aramese gemeenschap in Enschede bezighoudt en het doorgeven ervan aan het landelijke niveau, zowel politiek als ambtelijk. Daarnaast zou gedacht kunnen worden aan stedelijke partnerschappen in het kader waarvan bezoeken gebracht kunnen worden aan de regio Mardin of aan Beiroet om zelf een indruk te krijgen van de problematiek en eventuele mogelijkheden om bij te springen. Dat kan ook door aansluiting te zoeken bij partnerschappen die omliggende gemeentes reeds in deze regio hebben of bij particuliere initiatieven. Barsoum noemt in dit verband ook (kennis)uitwisseling tussen de hoger onderwijsinstellingen en ziekenhuizen in Enschede en bijvoorbeeld Beiroet. Dat zou echt van grote morele en praktische betekenis zijn.
in de middelste rij de Enschedese gemeenteraadsleden Janny Joosten (ChristenUnie) en Ayfer Koç (CDA) en twee plaatsen verder gemeente-ambtenaar Hennie Maartens
Er moet in ieder geval íéts gebeuren, zo benadrukt Barsoum. “Als Arameeërs zijn we gewend in de geschiedenisboeken na te lezen hoe het ons verging; het wordt tijd om als Arameeërs zelf eens geschiedenis te schrijven.”
Jan Schaake
29/31 juli 2017