Maandelijks archief: juni 2014

Sterke bewijzen voor Turkse steun aan extremisten in Syrië en Irak

ENSCHEDE (17 JUNI 2014) – Nederland moet de militaire steun aan Turkije serieus heroverwegen en internationaal onderzoek bepleiten naar de rol van het land bij het steunen van radicale rebellen in Syrië en omgeving. Met die dringende aanbeveling presenteren Jubilee Campaign en de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) op 30 juni het rapport ‘De betrokkenheid van Turkije bij wandaden in Syrië’ aan de Tweede Kamer. Het rapport verschijnt op een kritiek tijdstip, nu het radicale ISIS met wapens die onder andere via Turkije zijn verkregen steeds meer delen van Irak inneemt en gruweldaden pleegt onder de bevolking.isis iraq

 

De beide mensenrechtenorganisaties zijn uitgenodigd door Pieter Omtzigt, Kamerlid namens het CDA, die nauw betrokken is bij het onderwerp. Hij gaf al eerder aan grote zorgen te hebben over Syrië en het extremisme onder de rebellen die daar vechten. ‘Zij komen vooral van buiten Syrië en worden ook van daaruit betaald, bewapend en getraind’, stelt Omtzigt. Het Kamerlid nodigde daarom in april, samen met Jubilee Campaign en ABM, de Turkse journalist Erkan Metin uit in de Tweede Kamer. Metin schetste aan de hand van een zorgvuldig gedocumenteerd dossier een duidelijk beeld van de actieve en directe steun die Turkije verleent aan extremistische groeperingen in Syrië, waaronder ISIS en al-Nusra.

Helaas was de reactie van de Nederlandse regering op deze schokkende bevindingen teleurstellend. Zelfs het verzoek van Kamerlid Van Bommel (SP), die pleitte voor extra onderzoek naar een Nederlandse Syriëganger die werd opgepakt met een voorraad chemische wapens, bleek aan dovemansoren gericht. Voor Jubilee Campaign en ABM was dit de aanleiding om een rapport samen te stellen, waarin op basis van talloze documenten, publicaties en artikelen wordt aangetoond dat er sterke bewijzen bestaan voor de betrokkenheid van Turkije bij de gruwelijkheden die plaatsvinden in Syrië.isis

‘Turkije heeft  vanaf het begin van de oorlog in Syrië handen en voeten gegeven aan de steun vanuit het Midden-Oosten en het Westen voor de strijders in Syrië’, zegt Peter Bronsveld, directeur van Jubilee Campaign. ‘We zien daar nu het resultaat van; vanuit Irak bereiken ons vreselijke verhalen over ISIS, die massa-executies en onthoofdingen uitvoert en christenen kruisigt.’ De organisaties achter het rapport zijn daarom van mening dat een grondig inzicht in de militaire en financiële steun aan de extremisten via Turkije prioriteit moet krijgen. Dit zou de sleutel kunnen zijn tot de ontwikkeling van een passend beleid ten opzichte van dit conflict.

Uitnodiging presentatie Tweede kamer 30-06-2014

 

Informatie- en discussiebijeenkomst “ISIS in Irak”

fotoEnschede (24 juni 2014) – De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) organiseert op vrijdagavond 27 juni 2014 een informatie- en discussiebijeenkomst over het oprukken van ISIS in Irak.

Deze bijeenkomst, die vanaf 19.30 uur plaats zal vinden in de kleine zaal van het gebouw van Platform Aram, Vlierstraat 93 te Enschede, zal worden ingeleid door Mattie al Shamany, tot voor kort als journalist in Irak werkzaam voor enkele Iraakse en buitenlandse media tot hij het land heeft moeten ontvluchten.

Tijdens de Iraakse burgeroorlog die na de Amerikaanse invasie van 2003 uitbrak zijn de meeste van de bijna 2 miljoen christenen in Irak naar het buitenland gevlucht. De christenen die in Irak zijn gebleven, trokken naar het relatief veilige noorden, waaronder Mosoel en omgeving, de ‘Vlakte van Ninevé’, waar een relatief grote Aramees-christelijke gemeenschap woonde. Na het uitbreken van de oorlog in Syrië zijn ook veel christenen uit dat land naar deze regio gevlucht, onder andere voor Isis die juist in het oosten van Syrië het leven voor christenen onmogelijk maakte.

Toen in april gevochten werd rond de Iraakse stad Fallujah, wist Mattia al Shamany ABM reeds te vertellen dat ISIS feitelijk de lakens uitdeelde in Mosul, de tweede stad van Irak, met van oudsher een grote christelijke minderheid. Dat betekende dat deze stad, waar de afgelopen tien jaar veel Iraakse christenen naar gevlucht zijn om het sektarisch geweld in andere delen van hun land te ontlopen, ook niet meer veilig is voor hen en ook niet voor de christenen die met name het afgelopen jaar vanuit Oost-Syrië voor ISIS zijn gevlucht.

Wat betekent de inname van Mosul door ISIS voor de toekomst van christenen in Irak en in het breder Midden-Oosten? Is dit de genadeklap die 100 jaar geleden werd ingezet met de genocide op Armeense en Aramese christenen in het toenmalige Ottomaanse Rijk waar het huidige Syrië, Irak en Turkije deel van uitmaakten? Wat zou het Westen moeten doen of juist moeten nalaten om de ontwikkeling nog te keren? En is dat überhaupt nog mogelijk of is het inmiddels te laat en is het lot van de Aramese en andere christenen in het Midden-Oosten bezegeld?

De bijeenkomst is openbaar en de entree is vrij.

Geen vrijblijvendheid maar ga het gesprek aan over de genocide

ENSCHEDE (16 juni 2014) – “Vrijheid, blijheid,” is het motto van Han Pape in zijn commentaar op de gebeurtenissen rond het genocidemonument in Almelo in de Roskam van 13 juni 2014. Almelose Armeniërs die een monument ter herdenking van “hun” genocide willen plaatsen en Turken die hiertegen demonstreren. Dat kan allemaal in Almelo en zo is in Almelo altijd wat te doen.images

Dat de weldadige Almelose rust wordt verstoord ligt volgens Pape ook aan buitenstaanders. De meeste demonstrerende Turken kwamen helemaal niet uit Almelo maar met hele busladingen uit de rest van het land en verder zijn het allerlei Kamerleden onder aanvoering van Pieter Omtzigt die er politiek garen bij trachten te spinnen en die van mening zijn dat de ontkenning van deze genocide strafbaar gesteld zou moeten worden. Wordt er dan niet veel te veel gewicht toegekend aan zo’n onschuldige demonstratie? En waarom horen we die politici niet over de Hutu’s en de Tutsi’s?

Daarmee gaat Pape voorbij aan de noodzaak om lessen uit het verleden te trekken. Wie niet in staat is om gemaakte fouten onder ogen te zien, loopt grote kans ze domweg te herhalen. Veel nazaten van overlevenden van de genocide die bijna 100 jaar geleden om Armeense, Aramese en andere christelijke bevolkingsgroepen in het Ottomaanse Rijk werd gepleegd herkennen in de gewelddadigheden die thans op het grondgebied van dat Ottomaanse Rijk, in Syrië en Irak, worden gepleegd, de gruwelijkheden die hun grootouders vertelden over de genocide van destijds. Militanten die met door de Turkse regering geleverde wapens te keer gingen tegen de christelijke bevolking en hun cultureel erfgoed. Een genocide die telkens weer herhaald wordt wanneer ze wordt ontkend omdat met die ontkenning naast de doden zelf ook de herinnering aan de gedoden wordt omgebracht.

Dat de deelnemers aan de demonstratie van 1 juni jl. voor het overgrote deel niet uit Almelo zelf kwamen maar naar verluid met 115 bussen naar Almelo kwamen, wijst op een duidelijk landelijk en zelfs internationaal georganiseerde demonstratie tegen de benoeming van “de gebeurtenissen van 1915” als genocide. Er is gewezen op de actieve rol van de door de Turkse overheid gecontroleerde Diyanet-moskeeën en de Nederlandse afdeling van de AK-partij van de Turkse premier Erdoğan.

We hebben er al eerder op gewezen dat de opstelling van de initiatiefnemers in deze “roomser dan de paus” is omdat nu precies onder “hun” premier Erdoğan een proces van toenadering gaande is. Zo condoleerde hij op 23 april 2014 openlijk en in zes verschillende talen de nabestaanden van de vermoorde Armeniërs met het verlies van hun familieleden. In de verschillende toespraken die op 24 april jl. bij de onthulling van het genocidemonument zijn gehouden werd dat gebaar van Erdoğan ook verwelkomd als eerste stap naar een volledig erkenning. Weliswaar nog niet voldoende, maar er was waardering voor het feit dat hij deze stap zette en daarmee ook in de Turkse samenleving doelbewust ruimte creëerde om hierover openlijk te spreken. En dat zonder bang te hoeven zijn voor het nog steeds in Turkije geldende wettelijke verbod om “de gebeurtenissen van 1915” als genocide te bestempelen.

Om te voorkomen dat we in een hele lange schets van toenaderingspogingen verzanden, beperken we ons tot een paar gebeurtenissen die eind april dit jaar in Turkije plaatsvonden. Zo heeft het Turkse parlementslid Sallahatin Demirtas openlijk, tijdens een partijbijeenkomst van zijn partij, de BDP, een oproep aan premier Erdoğan gedaan om zich in het openbaar uit te spreken voor de erkenning van de genocide op alle christelijke minderheden en deze bij hun naam te noemen. Verder hebben op 24 april dit jaar honderden mensen in verschillende steden in Turkije, zoals Ankara en Izmir, demonstraties gehouden met als eis dat de Turkse regering de genocide zou erkennen.

Volgend jaar zal uitgebreid stilgestaan worden bij de honderdjarige herdenking van de genocide. Het lijkt ons vruchtbaarder dat verschillende uit Turkije afkomstige bevolkingsgroepen die thans in Nederland en met name in Twente wonen het komende jaar met elkaar in gesprek gaan over wat er honderd jaar geleden gebeurd is en hoe daarmee om te gaan. Van onze kant gaan wij dat gesprek graag met eenieder aan.

Aziz Beth Aho, voorzitter Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM)

Faruk Köklü, voorzitter Samenwerkende Democratische Organisaties (van mensen afkomstig uit Turkije – SDO)

Jan Peters, voorzitter Enschede voor Vrede

Toenemende onderdrukking van Aramese christenen door ISIS

ENSCHEDE (13 juni 2014) – De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) heeft met ontzetting kennisgenomen van de inname door ISIS van Mosul en andere steden en dorpen in het noorden van Irak. Al langere tijd waarschuwt ABM op het groeiende machtsgebied van ISIS in Syrië en Irak en eind april wees ABM al op het feit dat de invloed van ISIS al merkbaar was in de straten van Mosul. Deze waarschuwingen leken echter tegen dovemansoren gericht. Even leek het erop alsof de internationale gemeenschap door de val van Mosul werd wakker geschud, maar de met spoed bijeengeroepen NAVO-vergadering bleek vooral over de ontvoering van medewerkers van het Turkse consulaat te gaan en daarnaast blijkt de zorg om olieraffinaderij in Baiji de hoogste prioriteit te hebben.

Eind april was de Aramees – Turkse onderzoeksjournalist Erkan Metin op uitnodiging van ABM in Nederland waarbij hij ook werd ontvangen door de Tweede Kamer. De ochtend na de val van Mosul wees

002_RBIAdam-image-1539783Erkan Metin er in een Turkse artikel  op dat de val van Mosul het einde van het christendom in Irak kan inluiden. Tijdens de Iraakse burgeroorlog die na de Amerikaanse invasie van 2003 uitbrak zijn de meeste van de bijna 2 miljoen christenen in Irak naar het buitenland gevlucht en de meeste christenen die in Irak zijn gebleven trokken naar het relatief voor hen veilige noorden, waaronder Mosul en omgeving, de zogenaamde “vlakte van Nineve”, waar een relatief grote christelijke gemeenschap woonde. Na het uitbreken van de oorlog in Syrië zijn ook veel christenen uit dat land naar deze regio gevlucht, onder andere voor ISIS die juist in het oosten van Syrië het leven voor christenen onmogelijk maakte.

Dat scenario herhaalt zich nu in Mosul en omgeving, aldus Erkan Metin. Christenen vallen de prooi aan de acteurs in een macaber toneelstuk met zwarte vlaggen en rituelen waaronder kruisigingen van christenen. Het 1700 jaar oude klooster Mar Behnam is door ISIS-strijders binnengedrongen. Veel christenen zijn hals over kop uit Mosul gevlucht met achterlating van alles behalve de kleren die ze aanhadden. Ook de zieken en ouden van dagen hebben ze in Mosul moeten achterlaten. Mosul, het oude Nineve, de bakermat van de Aramese christendom brandt opnieuw, aldus Erkan Metin, en er is niemand die het hoort en ook niemand die iets van zich laat horen. mar behnam

Tijdens zijn gesprek met de Tweede Kamer benadrukte Erkan Metin de steun die Turkije aan de verschillende jihadistische groepen in Syrië geeft en heeft gegeven, inclusief ISIS. Het is dan ook bijzonder wrang dat de NAVO bijeenkomt om over het lot van door ISIS gegijzelde Turkse diplomaten te spreken en niet over het lot van tienduizenden christenen die door ISIS met de dood worden bedreigd en honderdduizenden andere burgers van Syrië en Irak.

Het antwoord dat het Westen heeft bedacht op het oprukken van ISIS in Syrië is de ondersteuning van andere jihadistische groeperingen en het Vrij Syrische Leger tegen ISIS waardoor het in Syrië militair sterk geworden ISIS zich met de eerder van het Westen gekregen wapens op Irak is gaan richten en daar het noordwesten nagenoeg van controleert. De duivel wordt als het ware bestreden met Beëlzebub en de wandaden zijn niet minder geworden maar hebben zich domweg van Syrië naar Irak verplaatst. Na eeuwenoude christelijke steden als Maalula en Sadad in Syrië dreigt nu ook het in Irak gelegen Qarakosh – een Aramese enclave – te verdwijnen als centrum van een eeuwenoude christelijke cultuur die tot dusver vele dramatische gebeurtenissen heeft kunnen overleven: de komst van de islam in deze regio, de invasies van de Mongolen en zelfs de genocide van bijna 100 jaar geleden tegen de Aramese, Armeense en Griekse christene.

Moeten wij dan meemaken dat het christendom in onze dagen uit het Midden-Oosten zal verdwijnen? De Chaldeeuwse bisschop van Mosul liet weten dat dit niet alleen een ramp zou zijn voor de kerk in Irak, maar ook voor de moslimbevolking van het land omdat het een lange ervaring van samen leven tot een eind zal brengen.

De opmars van ISIS komt niet uit de lucht vallen. Ze is het resultaat van een combinatie van systematische uitsluiting van de Arabisch soennitische bevolking van Irak sinds de val van Saddam Hoessein, de opkomst van radicale islamitische predikers waartoe zij hun toevlucht hebben gekozen en ruimhartige leveranties van wapens, strijders en financiële middelen uit met name de Golfstaten. Meestal gaat het daarbij om doorvoer van wapens en financiële middelen uit andere landen, waaronder het Westen op dit moment geen andere oplossing weet te verzinnen dan de inzet van drones die, zo leren Afghanistan, Pakistan en Jemen, de haat alleen nog maar verder zullen aanwakkeren.

In plaats van de zending van nog meer wapens naar het Midden-Oosten pleiten wij ervoor het probleem bij de wortel aan te pakken. Dring er bij de premier Maliki op aan dat hij gematigde soennitische leiders een serieuze rol geeft in het landsbestuur, bestrijd de haat zaaiende predikers, stop de wapenleveranties aan  oncontroleerbare rebellengroepen in het Midden-Oosten en dwing de Golfstaten om ook hun ondersteuning aan de ze groepen stop te zetten. Alleen zo kan de opmars van ISIS worden gestopt en is er nog iets te redden van de pluriforme staten van Irak en Syrië waarin ook plaats is voor de Aramese christenen die tot de oorspronkelijke bevolking van deze landen behoren.

Aangekondigde demonstratie in Almelo gaat voorbij aan ontwikkelingen in Turkije

Enschede, 28-05-2014                          Gezamenlijke verklaring

 

“Roomser dan de Paus” 

Aangekondigde demonstratie in Almelo gaat voorbij aan ontwikkelingen in Turkije

 

fotoOp zondag 1 juni 2014 zullen leden van de Nederlandse afdeling van de AK-partij van de Turkse premier Erdoğan in Almelo een demonstratie organiseren tegen het ruim vijf weken eerder onthulde monument ter herdenking aan de genocide op de Armeniërs en andere christelijke minderheden in Turkije. Deze genocide is al bijna honderd jaar een gevoelige kwestie in de Turkse politiek, maar het verbaast ons dat het initiatief voor deze demonstratie nu juist door de Nederlandse afdeling van de AK-partij wordt genomen, omdat precies onder “hun” premier Erdoğan een proces van toenadering gaande is. Zo condoleerde hij op 23 april 2014 openlijk en in zes verschillende talen de nabestaanden van de vermoorde Armeniërs met het verlies van hun familieleden. In de verschillende toespraken die op 24 april jl. bij de onthulling van het genocidemonument zijn gehouden werd dat gebaar van Erdoğan ook verwelkomd als eerste stap naar een volledig erkenning. Weliswaar nog niet voldoende, maar er was waardering voor het feit dat hij deze stap zette en daarmee ook in de Turkse samenleving doelbewust ruimte creëerde om hierover openlijk te spreken. En dat zonder bang te hoeven zijn voor het nog steeds in Turkije geldende wettelijke verbod om “de gebeurtenissen van 1915” als genocide te bestempelen.

Überhaupt is in Turkije het beeld inmiddels veel minder zwart-wit en wat dat betreft zijn die initiatiefnemers tot de demonstratie van a.s. zondag “roomser dan de paus”.

Om te voorkomen dat we in een hele lange schets van toenaderingspogingen verzanden, beperken we ons tot een paar gebeurtenissen die eind april dit jaar in Turkije plaatsvonden. Zo heeft het Turkse parlementslid Sallahatin Demirtas openlijk, tijdens een partijbijeenkomst van zijn partij, de BDP, een oproep aan premier Erdoğan gedaan om zich in het openbaar uit te spreken voor de erkenning van de genocide op alle christelijke minderheden en deze bij hun naam te noemen ( Arameeërs, Arameniërs en Ponto-Grieken). Verder hebben op 24 april dit jaar honderden mensen in verschillende steden in Turkije, zoals Ankara en Izmir, demonstraties gehouden met als eis dat de Turkse regering de genocide zou erkennen.

Volgend jaar zal uitgebreid stilgestaan worden bij de honderdjarige herdenking van de genocide. Het lijkt ons vruchtbaarder dat verschillende uit Turkije afkomstige bevolkingsgroepen die thans in Nederland en met name in Twente wonen het komende jaar met elkaar in gesprek gaan over wat er honderd jaar geleden gebeurd is en hoe daarmee om te gaan. Van onze kant gaan wij dat gesprek graag met eenieder aan.

 

Aziz Beth Aho, voorzitter Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM)

 

Faruk Köklü, voorzitter Samenwerkende Democratische Organisaties (van mensen afkomstig uit Turkije – SDO)

 

Jan Peters, voorzitter Enschede voor Vrede