Wie is ABM?

De Aramese Beweging voor Mensenrechten is een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie die zich geweldloos inzet voor vrede en rechtvaardigheid. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens onderschrijvend, heeft de ABM tot doel elke schending van mensenrechten, en die van de Aramese bevolking ( niet te verwarren met de Armeniërs)  in het bijzonder, internationaal bij politici en overheden aan te kaarten. Tevens werkt zij samen met andere, zowel lokale als internationale, organisaties om de belangen van de Aramese gemeenschap te behartigen.

Getalsmatig zijn de Arameeërs in de verschillende landen, Turkije, Irak en Syrië, te gering om hun rechten zonder hulp van buiten af te dwingen. Zij moeten kunnen vertrouwen op de verantwoordelijkheid van de regeringen van deze staten om hun mensenrechten als culturele minderheden te garanderen en de aanhoudende bemoeienis van de internationale gemeenschap om genoemde regeringen op deze verantwoordelijkheid aan te spreken. Door middel van periodieke rapportages, het beleggen bijeenkomsten en het onderhouden van contacten daarover met politici en niet-gouvernementele organisaties wil de Aramese Beweging voor Mensenrechten de positie van de Aramese christenen in het Midden-Oosten ondersteunen. De Aramese christenen die nog in de regio leven, moeten zwijgen over deze diep zwarte bladzijden in hun geschiedenis en het leed dat hen is aangedaan en nog dagelijks aangedaan wordt. Zelfs in Europa lopen mensen gevaar voor intimidatie en serieuze bedreigingen wanneer zij al te zeer op de situatie in het land van herkomst wijzen.

De afgelopen jaren heeft de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) keer op keer de noodklok geluid over mensenrechtenschendingen tegen christenen in Turkije en Irak. Moorden, bedreigingen, ontvoeringen en tal van overheidsmaatregelen in beide landen ten aanzien van deze minderheden. Naar aanleiding van onze meldingen werden regelmatig Kamervragen gesteld, werd overleg gevoerd met leden van het Europees Parlement en de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa en deed de Nederlandse ambassade in Turkije onderzoek naar door ABM gerapporteerde incidenten.

Het bleef echter bij het melden van en reageren op incidenten. Met ingang van deze periodieke rapportage proberen we deze incidenten meer in te kaderen in ontwikkelingen ten goede of ten kwade en deze te vergelijken met de internationale afspraken die (ook) ten aanzien van Turkije en Irak gelden. De ruim 62 jaar geleden vastgestelde Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is daarbij het belangrijkste document; daarnaast baseren wij ons op de criteria die de Europese Unie in diverse documenten hanteert met betrekking tot etnische, culturele en religieuze minderheden.