Categoriearchief: Activiteiten

Steun aan gewapende groeperingen in Syrië na de ‘gematigde oppositie’ ook de Koerden

human rights

Zie ook artikel in het AD: LINK

 

 

 

 

 

aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken,

via de griffier van de commissie, de heer Van Toor.

Enschede, 12 september 2018

betreft: steun aan gewapende groeperingen in Syrië na de ‘gematigde oppositie’ ook de Koerden

Geachte leden van de commissie,

Voor zover we in ons uitgebreide brievenarchief met uw Kamercommissie na hebben kunnen gaan hebben we u en de minister vanaf de zomer van 2015 bestookt met berichten die we uit Syrië kregen dat ook de ‘gematigde oppositie’ zich schuldig maakte aan gewelddadigheden tegen etnische en religieuze minderheden en dat de Nederlandse steun aan deze oppositie ook bij jihadistische organisaties terecht kwam. Vlak voor de zomer nog plaatste de Volkskrant een door ons geschreven opinie-artikel met als titel
“Nederland moet stoppen met steun aan de gewapende Syrische oppositie”. Daarin verwezen we onder andere naar het feit dat zowel de Britse als de Amerikaanse regering hun steun aan deze  gematigde oppositie’ al hadden stopgezet nadat  onderzoeksjournalisten hadden gewezen op de nauwe verstrengeling cq. het feitelijk samenvallen van ‘gematigde oppositie’ en jihadistische strijdgroepen.

Drie jaar lang leken onze brieven en opinie-artikelen tegen dovemansoren gericht, maar dankzij het onderzoek van Nieuwsuur en Trouw lijken de eerder afgegeven signalen dan toch doorgekomen en heeft de Kamer de regering unaniem om opheldering gevraagd. Vanzelfsprekend zullen we de ontwikkelingen
kritisch blijven volgen.

Met deze brief willen we echter nog een andere, sterk gerelateerde kwestie onder uw aandacht brengen. Een kwestie die we vanaf januari 2016 (zie het bijgevoegde opinie-artikel van 22 januari 2016) ook al onder uw aandacht poogden te brengen en die de steun van de ‘gematigde oppositie’ in Syrië, maar die aan de Koerdische bondgenoten in de strijd tegen IS in Irak en Syrië betreft.

De toen reeds uitgesproken vrees dat een groeiend en meer ruimte krijgend Koerdisch nationalisme ten koste zou gaan van de taalkundige, culturele en religieuze identiteit van in de door Koerdische milities beheerste gebieden, blijkt helaas bewaarheid te worden. Niet alleen in Noord-Irak, wat we toen aan de orde stelden, maar ook in Noord-Syrië.


Afgelopen maand bereikten ons de eerste berichten vanuit Qamishli dat de Koerdische autoriteiten die deze van oorsprong Aramese stad beheersen de Aramese scholen willen dwingen om in plaats van het
bestaande curriculum een door de Koerdische autoriteiten ontwikkeld curriculum in te voeren waarin geen ruimte meer is voor de Aramese taal, religie en cultuur en de leerlingen een herschreven Koerdische geschiedenis van het gebied onderwezen zouden krijgen. Niet alleen de Aramese bevolking, maar ook de Arabische en een deel van de Koerdische bevolking van Qamishli, die hun kinderen naar de Aramese scholen sturen omdat deze goed staan aangeschreven, zijn vorige maand de straat op gegaan om te
protesteren tegen deze maatregel.

Naast diverse geweldsincidenten eerder dit jaar tegen Arameeërs in Qamishli en omgeving waarbij ook doden zijn gevallen, is dit een zoveelste voorbeeld van hoe met Nederland en het Westen verbonden en door hen gesteunde bondgenoten in de praktijk weinig op hebben met culturele en andere godsdienst- en
mensenrechten van minderheden die zich in de door hen gecontroleerde gebieden bevinden.


We doen daarom een klemmend beroep op uw Kamer en op de Nederlandse regering om de komende dagen en weken niet alleen te focussen op wat er is misgegaan bij de inmiddels grotendeels stopgezette ondersteuning van de ‘gematigde oppositie’ in Syrië, maar ook alvast maatregelen te treffen om de daar
gemaakte fouten niet te herhalen bij de ondersteuning van de Koerdische autoriteiten en hen aan te spreken op het nakomen van afgegeven beloftes om mensenrechten en rechten van minderheden te respecteren.

Met vriendelijke groet,
namens de Aramese Beweging voor Mensenrechten,

 

Aziz Beth Aho – voorzitter ABM
c.c. De minister van Buitenlandse Zaken
bijlage: opinie-artikel “Geen onbeperkte steun aan Koerden” in Trouw d.d. 22 januari 2016

Bijeenkomst ABM/EvV op 22 september 2017: “Terug naar Mosul”

affiche 2017-09-22Onder deze titel : “Terug naar Mosul” organiseren de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) en Enschede voor Vrede (EvV), in het kader van de landelijke vredesweek die dit jaar als thema “De Kracht van Verbeelding” heeft, op vrijdagavond 22 september a.s. van 19.30 tot 21.00 uur in het gebouw van Platform Aram, Vlierstraat 93, Enschede, een bijeenkomst met Yosé Höhne-Sparborth.
Drie jaar geleden ontvluchtten duizenden moslims, christenen en jezidi de stad Mosul en omgeving toen deze door ISIS onder de voet werd gelopen. De meesten werden opgevangen in het noorden van Irak. De afgelopen maanden is Mosul gedeeltelijk op ISIS heroverd en de eerste vluchtelingen keren weer terug. Maar wat treffen ze daar aan en wat heeft de vlucht met hen gedaan? Yosé Höhne-Sparborth is de afgelopen jaren veelvuldig in Mosul, Kirkuk en Süleymaniya geweest, heeft samen met de Chaldeeuws-Katholieke bisschop Yousif Thomas Mirkis van Kirkuk en Süleymaniyah gewerkt onder de vluchtelingen en heeft in augustus een aantal teruggekeerden bezocht. Zij deelt met ons haar ervaringen.
Uw aanwezigheid wordt door ons erg op prijs gesteld.

Als Arameeërs geschiedenis worden of geschiedenis maken

Voor het eerst na meer dan een jaar, waarin zij op 25 mei 2016 samen met de Twentse Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik een bijeenkomst over die situatie van Aramese christenen in het Midden-Oosten organiseerde in het gebouw van het Europees Parlement in Brussel en – hier mede uit voorvloeiend – op 15 februari 2017 een gesprek had met vijf ambtenaren van de afdeling Midden-Oosten van het ministerie van Buitenlandse Zaken over de situatie van Arameeërs in Syrië en Irak, organiseerde de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) op woensdagavond 19 juli 2017 weer eens een publieksbijeenkomst in het gebouw van Platform Aram in Enschede.

aziz

elia

                   Aziz Beth Aho                                                                       Elia Barsoum

Het onderwerp was dit keer “de situatie van Arameeërs in Turkije en Libanon”. Hoewel de situatie van deze bevolkingsgroepen in de twee genoemde landen in beide gevallen in de schaduw staat van de situatie van de Arameeërs in Syrië en Irak, leek de overeenkomst tussen beide thema’s daar wel ongeveer op te houden. De bijeenkomst was dan ook meer een gelegenheidscombinatie met twee verschillende sprekers en twee verschillende aanleidingen. Omdat hiervoor geen externe spreker beschikbaar was, sprak ABM-voorzitter Aziz Beth Aho zelf over zeer actuele gebeurtenissen in Turkije die de Aramese gemeenschap in Twente ook danig beroerde, terwijl de situatie in Libanon feitelijk aan de orde kwam dankzij het feit dat de na een verblijf van 15 jaar in Enschede naar Beiroet teruggekeerde Arameeër Elia Barsoum juist deze dagen in Enschede was en zelf aanbood iets over de situatie in Libanon te vertellen die zich over het algemeen toch aan onze aandacht onttrekt. De actuele kwestie die Beth Aho aan de orde stelde betrof de recente confiscatie door de Turkse overheid van 50 Aramese kerken, kloosters en bijbehorende begraafplaatsen in de vanouds Aramese regio Mardin. Omdat de Aramese kerken in Turkije geen rechtspersoonlijkheid bezitten, worden de kerkgebouwen, kloosters en andere kerkelijke goederen beheerd door de traditionele dorpshoofden (Köy Tüzel kişiliği) van de Aramese dorpen waartoe deze kerken en kloosters behoren.

In 2013 werd een groot aantal van deze Aramese dorpen samengevoegd met de stad Mardin tot een grootstedelijke gemeente (Büyükşehir belediyesi) waardoor die traditionele dorpshoofden van het toneel verdwenen en het eigendom van de kerken en kloosters aan het lokale bestuur van deze grootstedelijke gemeente Mardin kwam. Volgens de Turkse wet diende dit de religieuze gebouwen over te dragen aan het Turkse ministerie voor godsdienstzaken (Diyanet).

Deze overdracht werd lange tijd tegengehouden door de co-burgemeesters van Mardin, de Koerd Ahmet Türk en de Aramese Februniye Akyol, die echter, in het kader van de nog immer voortgaande zuiveringsacties door de regering Erdoğan in reactie op de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016, afgelopen najaar van hun post werden ontheven. Ze werden vervangen door een lid van de AKP die de eigendomsoverdracht, ondanks protesten en rechtszaken, inmiddels wèl heeft uitgevoerd.

Dit had eind juni haar beslag en op 27 juni gaf ABM gehoor aan de noodoproep van de Aramese gemeenschap in de regio rond Mardin om vanuit Europa hiertegen protest aan te laten tekenen bij de Turkse regering. De Suryoye Aramese Federatie in Nederland (SAFN) had de Tweede Kamerfractie van het CDA reeds benaderd die Kamervragen indiende; in respons op de oproep van ABM kwamen de Tweede Kamerfracties van ChristenUnie, VVD, SP, PvdD, PVV en SGP tot een gezamenlijke actie en kwam de kwestie ook expliciet aan de orde in het Europees Parlement. Daar stond juist voor 5 juli de behandeling van het uiterst kritische rapport van Turkije-rapporteur Kati Piri (PvdA/PES) op de agenda en door Renate Sommer (CDU/EVP) werd een amendement op dat rapport ingediend waarin de Turkse regering werd opgeroepen de confiscatie van deze 50 kerken en kloosters ongedaan te maken. Dit amendement werd tijdens de behandeling expliciet ondersteund door de Nederlandse Europarlementariërs Esther de Lange (CDA/EVP) en Bas Belder (SGP) en uiteindelijk ook aangenomen.

Daarnaast hebben de co-voorzitters van de European Parliament Intergroup on Freedom of Religion or Belief and Religious Tolerance, Dennis de Jong (SP) en Peter van Dalen (CU), op 13 juli jl. namens deze Intergroup een brief geschreven aan president Erdoğan waarin ze tegen deze confiscatie protesteerden, de president opriepen in deze de Turkse grondwet te respecteren alsmede de internationale verdragen die Turkije heeft getekend en de eigendomen terug te geven aan de betreffende religieuze gemeenschap.

ABM, zo hield Beth Aho het publiek voor, blijft de ontwikkelingen nauwlettend volgen en zal zo nodig aanvullende actie ondernemen. Te vrezen valt namelijk dat deze confiscatie het begin is van een omvangrijker proces waarin het totale culturele erfgoed van de Arameeërs waaronder kerken en kloosters die dateren van de eerste eeuwen van onze jaartelling door de Turkse overheid worden geconfisqueerd, niet langer voor Aramese religieuze activiteiten gebruikt mogen worden en omgevormd worden tot in het beste geval een museum.

De Aramese gemeenschap in Libanon kampt met een heel ander probleem, zo maakte Barsoum vervolgens duidelijk. Het land telt zo’n 4 miljoen inwoners die tot zeer onderscheiden bevolkingsgroepen behoren: druzen, soennitische en sjiitische moslims, Aramese (waaronder vooral maar niet uitsluitend Maronitische) en Armeense christenen. Als gevolg van de stichting van de staat Israël in 1948 en de Zesdaagse oorlog van 1967 kwamen daar nog eens ettelijk honderdduizenden Palestijnse vluchtelingen bij die tot op de dag van vandaag veelal in omvangrijke en tot steden uitgegroeide vluchtelingenkampen verblijven. Mede door hun aanwezigheid, waardoor het kwetsbare (machts)evenwicht tussen de in Libanon aanwezige bevolkingsgroepen verstoord werd maar ook door en in reactie op hun frustratie brak destijds de Libanese Burgeroorlog uit die diepe sporen in de Libanese samenleving heeft achtergelaten.

Deze negatieve ervaring met Palestijnse vluchtelingen die zich dus als het ware in het land gevestigd hebben, er 70 respectievelijk 50 jaar na aankomst nog steeds zitten en een ontwrichtende werking op de Libanese samenleving hebben uitgeoefend, is heel bepalend voor de houding van de Libanese bevolking als het gaat om de instroom van de inmiddels tot bijna anderhalf miljoen aangezwollen groep vluchtelingen uit Syrië en Irak. Tegelijkertijd voelen de verschillende bevolkingsgroepen in Libanon een zekere verwantschap tot specifieke groepen vluchtelingen uit Syrië en Irak en willen hen dus niet afwijzen. Zo stelt ook de Aramese gemeenschap in Beiroet haar kerken en gemeenschapshuizen open voor Syrische vluchtelingen en tracht hen medische hulp te bieden en de mogelijkheid om (hoger) onderwijs te volgen hoewel de aansluiting van de onderwijssystemen in beide landen niet optimaal is. Naarmate het Westen en Amerika voorop, de grenzen echter sluit voor vluchtelingen uit het Midden-Oosten vreest Libanon dat het land blijft zitten met de anderhalf miljoen vluchtelingen waarvan velen alleen maar naar Libanon waren gekomen in de veronderstelling dat zich hier de poort naar het Westen bevond. Daarnaast verblijven in Syrië nog zes miljoen interne vluchtelingen (zogenaamde ‘ontheemden’) en als voor hen binnenkort geen perspectief daagt dan valt te vrezen dat ook zij het land zullen verlaten en wellicht naar Libanon komen omdat ze weten dat de toegang via Turkije naar het Westen, vanwege de befaamde ‘Turkije-deal’, inmiddels is afgesloten. Nog groter is de zorg over de gevolgen van de val van Mosul en weldra mogelijk Raqqa. Waar kunnen die ISIS-strijders naar vluchten? Iran en Turkije zullen ze bij de grens weten te weren, maar Libanon beschikt niet over zo’n sterke grensbewaking en nu al is in het noordoosten van het land feitelijk sprake van een door ISIS gecontroleerd gebied.

Kortom, de Aramese minderheid in Libanon vreest door de instroom van grote groepen vluchtelingen waaronder in de nabije toekomst ook steeds meer ISIS-aanhangers die in Irak en Syrië terrein verliezen maar ook door de steeds strengere migratiebeperkingen die het Westen doorvoert en waardoor deze vluchtelingen niet meer uit Libanon kunnen vertrekken nog verder gemarginaliseerd te worden. En als de verschillende gemeenschappen in Libanon die in de ogen van ISIS niet de (ware) islam volgen, zoals Arameeërs, dan hebben ze niet de mogelijkheid om zichzelf tegen het te verwachten ISIS-geweld te verdedigen. “Als het westen ons met ISIS laat zitten, geef ons dan ook de wapens om ons te beschermen,” houdt Barsoum zijn gehoor voor, ook al zou dat weer een nieuwe burgeroorlog betekenen. Syrië en Irak, zo verwacht hij, zullen binnenkort worden opgedeeld en de bevolkingsgroepen die zich in ‘hun’ deel niet langer thuis voelen zullen op drift raken en zoals zovelen voor hen, beginnend met de Palestijnen, in Libanon eindigen.

Maar dat land, zo benadrukt Barsoum, zal deze nieuwe toestroom niet aankunnen. Ook niet als het Westen in een Libanese variant van de Turkije-deal met enkele miljarden over de brug komt. Er is een punt van verzadiging bereikt. De Libanese economie kan deze extra arbeidskrachten niet opnemen. En als het Westen vooral christelijke vluchtelingen uit het Midden-Oosten zal toelaten, zoals wordt gesuggereerd, zullen in Libanon dus vooral de islamitische vluchtelingen achterblijven en de (machts)balans tussen de verschillende religieuze bevolkingsgroepen nog verder verstoren. In die situatie zullen komen mensen, door machteloosheid gedreven, wellicht weer in de verleiding naar de wapens te grijpen.

Door een tweetal aanwezige lokale politicæ en een gemeenteambtenaar wordt de vraag gesteld wat de gemeente Enschede nu zou kunnen doen aan de totaal verschillende maar in beide gevallen schrijnende situaties van Arameeërs in Turkije en Libanon. Volgens Beth Aho zou dat in ieder geval kunnen bestaan uit het aanhoren van deze verhalen en wat de Aramese gemeenschap in Enschede bezighoudt en het doorgeven ervan aan het landelijke niveau, zowel politiek als ambtelijk. Daarnaast zou gedacht kunnen worden aan stedelijke partnerschappen in het kader waarvan bezoeken gebracht kunnen worden aan de regio Mardin of aan Beiroet om zelf een indruk te krijgen van de problematiek en eventuele mogelijkheden om bij te springen. Dat kan ook door aansluiting te zoeken bij partnerschappen die omliggende gemeentes reeds in deze regio hebben of bij particuliere initiatieven. Barsoum noemt in dit verband ook (kennis)uitwisseling tussen de hoger onderwijsinstellingen en ziekenhuizen in Enschede en bijvoorbeeld Beiroet. Dat zou echt van grote morele en praktische betekenis zijn.

gasten

in de middelste rij de Enschedese gemeenteraadsleden Janny Joosten (ChristenUnie) en Ayfer Koç (CDA) en twee plaatsen verder gemeente-ambtenaar Hennie Maartens

Er moet in ieder geval íéts gebeuren, zo benadrukt Barsoum. “Als Arameeërs zijn we gewend in de geschiedenisboeken na te lezen hoe het ons verging; het wordt tijd om als Arameeërs zelf eens geschiedenis te schrijven.”

 

Jan Schaake

29/31 juli 2017

Behandeld worden als minderheid of als staatsburgers met mensenrechten

 

Op vrijdagmiddag 28 juli 2017 sprak een delegatie van de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM), voor deze gelegenheid uitgebreid met de in Istanbul gevestigde Turks-Aramese advocaat en onderzoeksjournalist Erkan Metin, met de coördinator Turkije, Westelijke Balkan, Griekenland/Cyprus/Malta op het ministerie van Buitenlandse Zaken dat net deze week in een nieuw kantoorgebouw pal naast station Den Haag Centraal was getrokken. Het gesprek vond plaats op verzoek van ABM naar aanleiding van de in haar ogen zeer teleurstellende beantwoording door het ministerie van de Kamervragen over de confiscatie van 50 Aramese kerken en kloosters rond Mardin.

minbuza

v.r.n.l. Aziz Beth Aho, Erkan Metin, Jacco Bos en Marcus Yalcin

De antwoorden van de minister kwamen precies één dag na de door ABM op woensdag 19 juli jl. georganiseerde bijeenkomst over dit onderwerp en met name opmerking dat het niet om een confiscatie zou gaan maar om een “eigendomsoverdracht naar aanleiding van bestuurlijke herindeling (…) conform de geldende wet- en regelgeving schoot ABM danig in het verkeerde keelgat. Op maandag 24 juli werd een kritische brief aan de minister gestuurd met als slotzin dat ABM “alle aanleiding en noodzaak zag voor een nader gesprek en gezien de ontwikkelingen in Turkije op de zo kortst mogelijke termijn”. De volgende dag was de afspraak voor vier dagen later een feit.

In het gesprek zetten Aziz Beth Aho en Erkan Metin uiteen dat de “eigendomsoverdracht” van de 50 kerken en kloosters niet op zichzelf staat. Ze moet geplaatst worden in een scala van maatregelen en ontwikkeling in Turkije die de afgelopen eeuw heeft geleid tot een geleidelijk verdwijnen van de Aramese gemeenschap die sinds mensenheugenis het gebied, dat thans in het zuidoosten van Turkije ligt, bewoont en daar aan het begin van onze jaartelling haar kerken en kloosters bouwde die tot op de dag van vandaag door deze gemeenschap worden gebruikt maar sinds vorige maand niet langer haar eigendom zijn.

Bij het Verdrag van Lausanne van 1923, waarbij de Republiek Turkije door de toenmalige internationale gemeenschap werd erkend, werden ook de culturele rechten van drie etno-religieuze minderheden vastgelegd: de Joden, de Armeniërs en de Grieken. De Arameeërs zijn als niet-islamitische en niet-Turkse minderheid vergeten en hun taal, cultuur, erfgoed en religieuze eigendommen genieten niet de bescherming van die van de andere minderheden in Turkije. Ze bestaan eenvoudigweg niet. Veel Arameeërs zijn daarop al vertrokken naar landen waar ze wel mochten bestaan.

In de jaren ’70, voorafgaand aan de oorlog tussen de PKK en het Turkse leger in Zuidoost-Turkije, woonden er nog zo’n 150.000 Arameeërs in deze regio. Net als ook nu weer werd zowel door de PKK als door het regeringsleger aan hun loyaliteit getwijfeld en kwamen ze tussen hamer en aambeeld te zitten. Velen zijn daarop naar het buitenland gevlucht (onder andere naar Nederland), anderen naar veiliger plekken in Turkije, zoals de kosmopolitische stad Istanbul waar op dit moment zo’n 20.000 Arameeërs wonen tegenover een schamele 3.000 in het oorspronkelijke woongebied in het zuidoosten van het land. In Twente wonen er op dit moment ook zo’n 20.000.

Nadat vijftien jaar geleden de strijd tussen de PKK en het regeringsleger luwde en de rust in het gebied enigszins terugkeerde, kreeg de Aramese gemeenschap te maken met bestuurlijke maatregelen die haar in haar voortbestaan bedreigen. In het kader van de toetredingsonderhandelingen tot de Europese Unie heeft Turkije het kadaster moeten moderniseren (heldere en formeel vastgelegde eigendomsverhoudingen zijn voor de EU namelijk belangrijker dan informele in de loop van de jaren gegroeide gebruiksrechten van geen rechtspersoonlijkheid bezittende religieuze gemeenschappen) waarbij Turkse en Koerdische inwoners van Zuidoost-Turkije zich op grote schaal de eigendommen van weggetrokken Arameeërs toeëigenden.

Achtergebleven Arameeërs, waaronder de bewoners van verschillende kloosters (ook de vorige maand geconfisqueerde kloosters werden nog bewoond en de aanwezige monniken zijn nu plotseling als het ware “krakers” van het klooster dat hen eeuwenlang heeft toebehoord), moeten nog steeds een kostbare en langdurige juridische strijd leveren om hun eigendommen te kunnen behouden. Het bekendste voorbeeld hiervan is het klooster Mor Gabriël, dat net als twee andere Aramese religieuze gemeenschappen, een stichtingsvorm onder de Turkse wet heeft weten te verwerven en dat als rechtspersoon in staat is om nu al vele jaren enkele tientallen procedures te voeren.

Erkan Metin voert aan dat de Turkse staat deze onteigeningen altijd wel weet in te kleuren met zakelijke argumenten en een zweem van redelijkheid, maar dat het resultaat toch is dat in dit geval de Aramese gemeenschap definitief van haar eigendommen wordt beroofd. Dat geldt voor de “eigendomsoverdracht” van de 50 kerken en kloosters, maar dat gold ook voor de confiscatie in het voorjaar van 2016 van vijf aan verschillende denominaties toebehorende kerken in het centrum van Diyarbakir waarvoor de Turkse staat het argument hanteerde dat deze kerken ernstig waren beschadigd door de gevechten tussen de PKK en het regeringsleger en tijdelijk door de regering waren geconfisqueerd om gerenoveerd te worden waarna ze weer aan de betreffende kerkgenootschappen overgedragen zouden worden. In antwoord op toen gestelde Kamervragen nam de Nederlandse regering deze redenering over, de kritiek vanuit het buitenland op deze confiscatie verstomde, maar volgens Metin zullen we heel lang moeten blijven wachten op de beloofde teruggave en is de Turkse regering dat niet van plan.

De dadendrang die de Turkse overheid op dit terrein tentoonspreidt, staat in schril contrast tot de traagheid waarmee andere verzoeken worden ingewilligd. Zo wachten de 20.000 naar Istanbul vertrokken Arameeërs al vele jaren op toestemming om in deze stad een eigen kerk te mogen bouwen en ligt het wetsvoorstel, dat op verzoek van de Europese Unie tot stand is gekomen, om religieuze gemeenschappen eenvoudiger stichtingen op te laten richten om, zoals het Mor Gabriël klooster, de religieuze eigendommen te beheren, al vier jaar te wachten om in stemming gebracht te worden. Ook de benoeming van een nieuwe Armeense patriarch, waar de Turkse overheid formeel toestemming voor moet geven, ligt al geruime tijd stil.

Volgens Metin is er echter meer aan de hand. Er worden allerlei maatregelen genomen en uitspraken gedaan die gericht zijn tegen religieuze minderheden die daardoor in toenemende mate in angst leven in het land. Eén van die maatregelen is dat in 2015 de Aramese Vereniging in Turkije door de Turkse overheid werd verboden nadat deze, in het kader van de toetredingsonderhandelingen, in 2003 voor het eerst mocht worden opgericht. De vrijheid van Arameeërs in Turkije om een eigen vereniging op te richten heeft dus krap 12 jaar geduurd! Een ander, recenter voorbeeld betreft de joodse gemeenschap in Istanbul die vereenzelvigd wordt met het recente Israëlische optreden rond de Al Aqsa moskee. Er waren heftige straatprotesten bij de Neve Shalom synagoge in Istanbul en de Turkse politie maakte duidelijk geen hand uit te zullen steken voor het geval het echt uit de hand gaat lopen. Er worden expliciete herinneringen opgeroepen aan de pogrom van Istanbul van 1955 en veel “niet-islamitische” inwoners van Istanbul overwegen serieus het land te verlaten voor het te laat is.

Metin voert aan dat het neo-Ottomanisme van Erdoğan niet zozeer het herstel is van het Ottomaanse rijk, doch veeleer een combinatie van het extreme Turks-nationalisme met de ambitie om het leiderschap in de islamitische wereld te bekleden zoals de Ottomaanse sultans die hadden als kalief. In dat streven wordt Erdoğan niet alleen steeds autoritairder, maar is bij hem ook steeds minder plaats voor niet-islamitische en niet-soennitische minderheden in Turkije. Niet alleen joden en christenen, maar ook alevieten (die overigens ook niet voorkomen in het Verdrag van Lausanne en nu vooral met Assad worden geassocieerd) is Erdoğan liever kwijt dan rijk.

Metin en Beth Aho benadrukken dat Nederland of Europa in haar publieke stellingname niet haar eigen christelijk identiteit moet aanwenden om vooral op te komen voor de positie van christenen in Turkije, maar dat ze vanuit de universele en Europese mensenrechtenverdragen, die Turkije beide heeft ondertekend, publiekelijk op zal moeten komen voor de mensenrechten van de Turkse bevolking en in het bijzonder voor de minderheden in Turkije (niet alleen christenen en joden, maar ook alevieten) die door de Turkse overheid worden geschonden. Op het gebied van mensenrechten is de afgelopen jaren echt een forse achteruitgang te zien in Turkije en daar laten de Europese ministers zich veel te weinig over uit. De regering Erdoğan is niet gevoelig voor omfloerste diplomatieke bewoordingen, maar verstaat vooral harde taal en het dreigen met bijvoorbeeld toerisme-boycots, zoals de Russische president Poetin eerder en de Duitse minister Gabriël onlangs hebben geuit. Metin benadrukt dat als de EU Erdoğan zijn gang laat gaan met de steeds verdere inperking van mensen-rechten, er op termijn juist meer vluchtelingen vanuit Turkije naar Europa zullen komen in plaats van minder.

Naast het innemen van een wat fermere en duidelijker houding jegens Erdoğan, zou de Nederlandse regering zich volgens Beth Aho in Europees verband achter de op 5 juli jl. door het Europees Parlement aangenomen resolutie kunnen scharen en dan met name achter de daarin opgenomen punten om “religieuze gemeenschappen in staat te stellen rechtspersoonlijkheid te verwerven”, “alle restricties ten aanzien van de opleiding, benoeming en opvolging van geestelijke weg te nemen”, “alle vormen van op godsdienst gebaseerde discriminatie of belemmeringen uit te bannen” en “er bij de regering op aan te dringen de recent in beslag genomen kerken in de regio Diyarbakir aan hun rechtmatige eigenaars terug te geven”.

Na afloop van dit gesprek legden de aanwezige ABM-bestuursleden Metin, die lid is van het partijcongres van de pro-Koerdische HDP, vervolgens ook de vraag voor naar zijn verwachtingen ten aanzien van het referendum in de Koerdische Autonome Regio in Irak en ten aanzien van het voorstel van Chaldeeuwse, Aramese en Assyrische politieke partijen omtrent de toekomst van de vlakte van Ninevé. Twee onderwerpen die afgelopen zondag ook centraal stonden bij het gesprek met de Chaldeeuws-katholieke aartsbisschop van Kirkuk en Süleymaniya, Yousif Thomas Mirkis.

Ten aanzien van het Koerdisch referendum meent Metin dat dit een ramp kan betekenen voor de daar woonachtige christenen. Barzani is een bondgenoot van Erdoğan en volgt in zekere zin eenzelfde nationalistische èn religieuze politiek waarin geen ruimte is voor een niet-Koerdische en niet-soennitische bevolking. En waar in Turkije de afgelopen honderd jaar het idee van laïcisme (scheiding van kerk en staat) nog enigszins wortel heeft geschoten, is dat in het Koerdistan van Barzani volstrekt afwezig en zullen de Aramese christenen dus echt een Koerdisch-islamitische overheid tegenover zich vinden. Metin bevestigt de veronderstelling dat Barzani in 2014 een soort verdelingsverdrag van Noord-Irak met ISIS heeft gesloten, waarbij beiden elkaars territorium zouden respecteren en samen het gezag van de (sjiitische) centrale overheid van Irak verder zouden ondergraven.

Ten aanzien van het idee van een beveiligde christelijke autonome regio in de vlakte van Ninevé is zijn standpunt aanmerkelijk positiever dan dat van Yousif Thomas Mirkis en de patriarch van de Chaleeuws-katholieke kerk, Louis Sako. Geconfronteerd met de uitspraken van beide prelaten dat de Aramese christenen in Irak in de eerste plaats Irakees zijn en hun plek ook als burger van Irak moeten zien, herinnert hij eraan dat de patriarch van de Syrisch-Orthodoxe kerk destijds, nadat bleek dat de Arameeërs niet voorkwamen in het Verdrag van Lausanne, stelde dat dit niet erg was omdat de Arameeërs in Turkije burger van Turkije waren en dus Turk en als Turken hun burgerrechten zouden krijgen. “En zie wat daarvan terecht is gekomen,” aldus Erkan Metin. Het gebied zou beschermd moeten worden door een internationale VN-macht, maar Metin erkent dat een dergelijke VN-macht op Cyprus ook weinig uit heeft kunnen richten en dat VN-lidstaten alleen troepen voor een dergelijke VN-macht zullen leveren als ze er zelf belang bij hebben.

Jan Schaake
28/29 juli 2017

[aangepast 23-4-2020]

ABM organiseert een bijeenkomst over de actuele situatie van de mensenrechten van Arameeërs in Turkije en Libanon

affiche 2017-07-19Enschede, 14 juli 2017 – De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) organiseert op woensdagavond 19 juli 2017 in het verenigingsgebouw van Platform Aram (Vlierstraat 93, Enschede) een bijeenkomst over de actuele situatie van Arameeërs in Turkije en Libanon. Hun situatie staat in de schaduw van hun volks- en geloofsgenoten in Syrië en Irak, maar recente ontwikkelingen laten zien dat aandacht voor hun lot ook noodzakelijke is.
ABM-voorzitter Aziz Beth Aho zal tijdens deze bijeenkomst ingaan op de recente confiscatie van 50 veelal eeuwenoude Aramese kerken en klooster rond de stad Mardin in Zuidoost-Turkije door de Turkse regering. Op aangeven van ABM zijn de afgelopen weken daarover zowel diverse Tweede Kamerleden als Europarlementariërs in het geweer gekomen en Beth Aho zal schetsen waartoe deze acties inmiddels hebben geleid.
Daarnaast zal de in Beiroet woonachtige Libanese Nederlander Elia Barsoum ingaan op de situatie van de Arameeërs in Libanon waar een wankel evenwicht tussen dezelfde bevolkingsgroepen die in Syrië en Irak met elkaar in oorlog zijn bedreigd ziet worden door een overweldigende groep vluchtelingen uit dit oorlogsgebied die daarbij hun eigen trauma’s, wraakgevoelens en onderlinge vijandigheid meenemen naar een land dat zelf een langdurige en talrijke wonden achterlatende burgeroorlog achter de rug heeft.
U bent van harte welkom bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn èn om deze uitnodiging binnen uw eigen kring verder te verspreiden.

ABM organiseert conferentie in het Europees Parlement over de alarmerende situatie en vervolging van Aramese christenen

IMG_8116Op woensdagmiddag 25 mei 2016 organiseerde de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) samen met de Werkgroep Interculturele Relaties en Interreligieuze Dialoog van de fractie van de Europese Volkspartij in het Europese Parlement een conferentie over de “Alarmerende situatie en vervolging van Aramese christenen”. Sprekers waren o.a. de Syrisch-Orthodoxe aartsbisschop van Mosoel, Mor Nicodemus Daoud Sharaf, de Syrisch-Orthodoxe pastoor Zuhri Khazaal uit Homs, Severiyos Aydin van de Aramese hulporganisatie Aramaic Relief, genocide-deskundige Anthonie Holslag en onderzoeksjournalist Arnold Karskens. De voorzitter van de Wereldraad van Arameeërs, Johny Messo, stond ook op het programma, maar moest zijn spreektijd afstaan aan de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders. Dit laatste omdat conferentievoorzitter en Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik koning Willem Alexander die diezelfde middag een toespraak in het Europees Parlement hield voor de conferentie had uitgenodigd die daar zelf echter geen tijd voor had, maar vond dat ‘zijn’ minister van Buitenlandse Zaken wel moest gaan.

Lees het hele verslag op:

http://hetnabijeoostennabijtwente.blogspot.nl/2016/05/waarom-en-nog-een-paar-vragen-tijdens.html

ABM organiseert samen met EU-parlementariër Annie Schreijer-Pierik een conferentie over de vervolgende Arameeërs in Syrië en Iraq

 

Conference on

The alarming situation and persecution of Aramean Christians

IMG_8693

Enschede (13-5-2016) – De Aramese beweging voor mensenrechten organiseert samen met EU-parlementariër Annie Schreijer-Pierik een conferentie over de vervolgende Arameeërs in Syrië en Iraq. De nood is hoog en de situatie van de Arameeërs is schrijnend. Uit Iraq (Mosul) hebben wij uitgenodigd Aartsbischop Nicodemus Daoud Matti Sharaf en uit Syrië (Homs/Al Qaryatain) hebben wij uitgenodigd pastoor Abuna Zuhri. Zij komen hun bijzondere verhaal vertellen in het Europees Parlement om meer aandacht en hulp te vragen voor de vervolgde en onderdrukte Arameeërs in het Midden-Oosten.

 

Het hele programma is hieronder opgenomen:

Wednesday, 25 May 2016

16.30 – 18.30 h

European Parliament in Brussels, Room ASP 3 E 2.

 

16:30                Welcome by Annie Schreijer-Pierik, MEP and by György Hölvényi, MEP and Jan                          Olbrycht, MEP Co-Chairmen of the Working Group on Intercultural Relations and                          Interreligious Dialogue of the EPP Group

16:35              Presentation of the Human Rights Report 2015 of the Aramean Movement for                              Human Rights (ABM) of the Netherlands Aziz Beth Aho, ABM President and                               other ABM Board Members

16:45              Testimonies of three Aramean victims of persecution and discrimination:

  • The fate of the Christians of Mosul. An entire diocese exiled by the “Islamic State” terrorist group His Eminence Mor Nicodemus Daoud Sharaf, Syriac Orthodox Archbishop of Mosul in Iraq.;
  • Father Zuhri Khazaal, Syriac Orthodox priest who liberated Aramean and other hostages from ISIS captivity in Syria;

17:25             Severiyos Aydin, President of Aramaic Relief international, which provides                                humanitarian aid to refugees in Syria, Iraq, Jordan and Lebanon.

17:35           The persecution of Aramean Christians and the process of Genocide, Anthonie                              Holslag, Dutch Genocide scientist (University of Amsterdam, University of Utrecht)

Discussion

17:45                   “I witnessed their life, flight and expulsion: Christians and minorities in  the  Middle                               East” Arnold Karskens, Dutch War Correspondent, Journalist and Author

17:50                The response of international organizations to the dire plight of Aramean                                               Christians Johny Messo, President of the World Council of Arameans (Syriacs)                                WCA, ngo – special consultative status with the United Nations (ECOSOC)

17:55            Discussion with panel of speakers, MEPs and other participants.

18:25           Concluding remarks Annie Schreijer-Pierik, Dutch Member of the European                                    Parliament (CDA).

Interpretation in English, French, German, Dutch and Italian will be provided.

ABM rapportage 2014/2015 over de Aramese mensenrechten

bfde05fca7fcb33879732ebf0393c8be (2)Rijssen (16-01-2016) Vanavond vond in het gebouw de Aramese Vereniging Abgar in Rijssen onder leiding van het Overijsselse CDA-Statenlid Susan Faal-Takak de presentatie van de zesde mensenrechtenrapportage van de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) plaats. Net als de vijfde rapportage die twee jaar geleden in het gebouw van de Aramese Vereniging in Oldenzaal werd gepresenteerd beschreef ook deze rapportage de mensenrechtensituatie in Turkije, Irak en Syrië over de afgelopen twee jaar, in dit geval dus 2014 en 2015. Was twee jaar geleden de inzet van ABM bij de campagne Syria’s Request in het voorjaar van 2013 de reden dat er geen tijd was om een rapportage te presenteren, dit keer was de inzet van ABM bij de herdenkingsactiviteiten van de Armeense Genocide en Aramese Seyfo in het voorjaar van 2015 de reden. e03754e36748e32ea36c9284fc8a3b70

 

 

 

 

 

Lees het hele verslag op deze link:

http://hetnabijeoostennabijtwente.blogspot.nl/2016/01/botsende-politieke-agendas.html

 

ABM-rapportage inzake bedreigde Aramese christenen in het Midden- Oosten

ABM-affiche  16 janauri 2016 (3)

ENSCHEDE (8-01-2016) – Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) organiseert op zaterdag 16 januari (i.s.m. de Aramese vereniging in Rijssen) een bijeenkomst over de rol van de Europese Unie en de Nederlandse regering inzake de bescherming van de Aramese christenen in het Midden-Oosten. De avond begint om 18.30 uur en vindt plaats in het gebouw van de Aramese Vereniging/de Syrisch Orthodoxe kerk in Rijssen (Roelof Bosmastraat 35). Voor de zesde keer brengt de Aramese Beweging voor Mensenrechten een jaarlijkse rapportage uit over de mensenrechtensituatie van Aramese christenen in het Midden-Oosten. De bijeenkomst is openbaar en entree is vrij.

ABM-rapportage
Voor de zesde keer brengt de Aramese Beweging voor Mensenrechten een jaarlijkse rapportage uit over de mensenrechtensituatie van Aramese christenen in het Midden-Oosten. Uit deze Mensenrechtenrapportage blijkt dat de Aramese christenen, met name in Syrië en Irak het meest te lijden hebben én na 100 jaar opnieuw doelwit zijn geworden van een genocide. Ook in buurland Turkije loopt specifiek geweld tegen de daar levende Aramese christenen op, nu het conflict tussen de Koerdische opstandelingen en het Turkse leger in Zuidoost Turkije (Tur Abdin) opnieuw is opgelaaid, waarbij dagelijks aan beide kanten slachtoffers vallen.

De inleiders van de informatiebijeenkomst zijn:

  • Mevrouw Kati Piri (PvdA), EU-parlementslid en tevens rapporteur over Turkije
  • De heer Peter van Dalen (CU-SGP), EU parlementslid; werkgroep vrijheid van Godsdienst en levensbeschouwing
  • De heer Aziz Beth Aho, voorzitter van de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM)

Na de presentatie van de Mensenrechtenrapportage door Aziz Beth Aho (ABM), volgt de reacties van Kati Piri. Hierna zullen de inleiders met elkaar en met de zaal discussiëren over de vraag wat Nederland en EU kunnen doen om de bedreigde Aramese christenen in Turkije, Irak en Syrië te helpen.

Wat betekent de onstabiele situatie voor de toekomst van inheemse Aramese christenen in Irak, Syrië en Turkije, én in het breder Midden-Oosten? Is dit de genadeklap die 100 jaar geleden werd ingezet met de genocide op de Aramese- en Armeense christenen in het toenmalige Ottomaanse Rijk waar het huidige Syrië, Irak en Turkije deel van uitmaakten? Wat zou het Westen moeten doen of juist moeten nalaten om de ontwikkeling nog te keren? En is dat überhaupt nog mogelijk of is het inmiddels te laat en is het lot van de Aramese en andere christenen in het Midden-Oosten bezegeld?

ABM
De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) is een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie die zich geweldloos inzet voor vrede en rechtvaardigheid. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens onderschrijvend, heeft de ABM tot doel
elke schending van mensenrechten, en die van de Aramese bevolking in het bijzonder, internationaal bij politici en overheden aan te kaarten. Tevens werkt ABM samen met zowel lokale als internationale, organisaties om de belangen van de Aramese bevolking
te behartigen. Meer informatie over de Arameeërs en de activiteiten van ABM vindt u op www.aramesebeweging.nl