Categoriearchief: Activiteiten

Ontkenning is onderdeel van genocide

HolslagEnschede (24-10-2014) Vanavond organiseerde de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) in het gebouw van Platform Aram een bijeenkomst met Anthonie Holslag over het “genocidaal proces van 1915 tot nu”. Aanleiding waren de onthulling van het herdenkingsmonument aan de Armeense genocide in Almelo, de protesten daartegen door Turkse nationalisten en de “waar maken ze zich druk over?”-reactie die je daarop hoorde, maar ook de expliciete weigering van toenmalig minister Timmermans om de genocide die in de zomer in Noord-Irak plaatsvond “genocide” te noemen. Bij beide gebeurtenissen, in Almelo en in de discussie met Timmermans, kwamen we genocide-onderzoeker Anthonie Holslag tegen en vandaag, precies 6 maanden vóór de 100-jarige herdenking van het begin van de genocide en op de Internationale Dag van de Verenigde Naties die 69 jaar geleden werden opgericht om de mensheid voor dergelijke gruweldaden te behouden sprak hij dus over het genocidaal proces.

 

Zie verder op onderstaande link voor een uitgebreid verslag:

http://hetnabijeoostennabijtwente.blogspot.nl/2014/10/ontkenning-is-onderdeel-van-genocide.html

 

ABM organiseert publieksbijeenkomst “Genocidaal proces van 1915 tot nu” met dr. Anthonie Holslag, docent genocidestudies NIOD/UvA

affiche Genocidaal proces - 2014-10-24 - versie 3Enschede, 16 oktober 2014 – Samen met Platform Aram organiseert de Aramese Beweging voor
Mensenrechten (ABM) op vrijdagavond 24 oktober van 19.30 tot 22.00 uur in het gebouw van Platform Aram (Vlierstraat 93, Enschede) een publieksbijeenkomst over het “genocidaal proces van 1915 tot nu” met dr. Anthonie Holslag, docent holocaust- en genocidestudies aan het Nederlands Instituut voor OorlogsDocumentatie (NIOD) en de Universiteit van Amsterdam.

Op 24 april 2015 zal wereldwijd en ook in Twente worden herdacht dat het dan precies 100 jaar geleden is dat de Turkse regering van het toenmalige Ottomaanse Rijk de genocide op Armeense, Aramese en Griekse christenen in dit Rijk begon. In de aanloop op deze herdenking zullen ABM, Platform Aram en andere organisaties een aantal activiteiten organiseren om verschillende aspecten van deze genocide te belichten. De bijeenkomst op 24 oktober a.s. met Anthonie Holslag is de eerste in deze reeks.

Anthonie Holslag is gepromoveerd op de Armeense genocide en de beleving hiervan binnen de Armeense diasporagemeenschappen. Een publieksversie van zijn proefschrift verscheen in 2009 onder de titel “In het gesteente van Ararat”. Hierin maakt het duidelijk dat een genocide meer is dan enkel een massamoord maar reeds veel eerder begint met het betwisten van het bestaansrecht van een volk en na de massamoord nog door kan gaan met de ontkenning ervan en daarmee met de ontkenning dat het volk ooit bestaan heeft. Hij spreekt in deze zin ook liever van een “genocidaal proces” waarin verschillende fases zijn te onderkennen.

Een andere “proces” dat op 24 oktober centraal zal staan is dat de Armeense genocide van 1915 de eerste is van een lange reeks die tot de dag van vandaag doorgaat. Op dit moment juist ook uitgerekend in de regio waar de genocide van 1915 plaatsvond, namelijk in het oosten van het huidige Turkije, Irak en Syrië. Na elke genocide, om te beginnen met die van 1915, belooft de internationale gemeenschap plechtig dat dit nooit meer mag gebeuren, maar in de praktijk is ze er nog nooit in geslaagd om een genocidaal proces in een tijdig stadium te stoppen. Ook de Verenigde Naties niet, die op 24 oktober 1945 werden opgericht en op 24 oktober a.s., de Internationale Dag van de Verenigde Naties, dus 69 jaar bestaan. Ook hier zal Anthonie Holslag op ingaan tijdens zijn lezing.

Eenieder is van harte welkom bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn.

Iraakse aartsbisschop over diversiteit, godsdienst en mensenrechten

101_3973Enschede (10-10-2014) – Deze week was de Iraakse priester-dominicaan Yousif Thomas Mirkis in Nederland. Sinds begin dit jaar is hij Chaldeeuws-Katholiek aartsbisschop van Kirkuk en Sulaimaniya, het bisdom dat afgelopen zomer een enorme stroom vluchtelingen te verwerken kreeg vanuit Mosul en de daarnaast gelegen Vlakte van Nineve toen deze door ISIS onder de voet gelopen werden. Het door ISIS beheerste gebied grenst nu aan het aartsbisdom van Yousif Thomas Mirkis en voor de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) was dit alles aanleiding om Yousif Thomas Mirkis naar Enschede uit te nodigen om over de huidige situatie in Irak te spreken en over de mogelijke toekomst van christenen in Irak.

Lees hiermeer over:

http://hetnabijeoostennabijtwente.blogspot.nl/2014/10/iraakse-aartsbisschop-over-diversiteit.html

 

ABM organiseert publieksbijeenkomst met Yousif Thomas Mirkis, Chaldeeuws-Katholiek aartsbisschop van Kirkuk-Sulaimaniya, Noord-Irak

affiche yousif thomas mirkis - 2014-10-10 - versie 2Enschede, 6 oktober 2014 – De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) organiseert op vrijdagavond 10 oktober van 19.00 tot 22.00 uur in het gebouw van Platform Aram (Vlierstraat 93, Enschede) een publieksbijeenkomst met mgr. Yousif Thomas Mirkis, aartsbisschop van de Chaldeeuws-Katholieke kerk in Kirkuk-Sulaimaniya dat het noordoosten van Irak beslaat waar de afgelopen maanden talloze christenen en anderen vanuit Mosul en omgeving in het noordwesten van Irak naartoe zijn gevlucht.

Yousif Thomas Mirkis werd in 1949 in Mosul geboren en studeerde in die stad theologie. Zijn opleiding heeft hij voortgezet in Frankrijk waar hij ook toetrad tot de orde van de Dominicanen. In Irak werd hij hoogleraar theologie en filosofie aan het Babel College in Bagdad. Tevens was hij enige tijd “superior” van het convent van de Dominicanen in Bagdad. Na de val van Saddam Hoessein richtte hij in Bagdad de Academie voor Humanistiek, een soort Open Universiteit waar zowel christenen als moslims onderwijs genoten in verschillende religieuze en filosofische stromingen en in de menswetenschappen. Hij was tevens oprichter en redacteur van het maandblad Al-Fikr Al Mashini dat in Irak zowel door christenen als door moslims wordt gelezen. In 2007 werd het blad door het Internationaal Katholiek Persagentschap met de Gouden Medaille onderscheidde. Open dialoog met andere religies is aldoor een belangrijke activiteit geweest van de Mirkis en van de Dominicanen in Irak, naast de zorg voor de aanhoudende groep vluchtelingen ongeacht religieuze of etnische achtergrond.

Vanaf de vooravond van de Amerikaanse invasie in Irak van 2003 hebben de vereniging Kerk en Vrede, de Raad van Kerken in Nederland, de Basisbeweging Nederland en de Dominicanen in Nederland intensieve contacten met Yousif Thomas Mirkis onderhouden. Hij was het die een Duits-Nederlandse vredesdelegatie die in 2002 Irak bezocht voorstelde om een campagne te starten onder de titel “Ik heb familie in Irak”; een soort voorloper van de thans gevoerde “I am Nasrani” of “We Ara N” campagnes. Yousif Thomas Mirkis heeft sinds 2003 een aantal keren Nederland bezocht en is tijdens één van deze bezoeken ook te gast geweest van ABM in Enschede.

In januari 2014 werd hij tot aartsbisschop van Kirkuk-Sulaimaniya benoemd, als opvolger van mgr. Louis Sako die eind 2013 patriarch van de met Rome geünificeerde Chaldeeuws-Katholieke kerk was geworden en sindsdien in Bagdad zetelt. Nog geen halfjaar na zijn wijding tot aartsbisschop werd Mirkis geconfronteerd met de gevolgen van de verovering van Mosul door ISIS en de verdrijving van tienduizenden christenen, jezidi’s en anderen die in ogen van ISIS geen genade kunnen vinden uit de omgeving van Mosul waaronder de zgn. vlakte van Ninevé. De kerken in de verschillende steden in zijn aartsbisdom (Kirkuk, Sulaimaniya, Erbil) doen wat ze kunnen, maar kunnen deze toevloed van vluchtelingen nauwelijks aan.

Over deze actuele problematiek, maar ook over de toekomst van Irak en van de christelijke aanwezigheid in dit land, zal Yousif Thomas Mirkis op vrijdagavond 10 oktober met ons spreken. Zijn verhaal is in het Arabisch maar er zal naar het Nederlands worden vertaald. Eenieder is van harte welkom hierbij aanwezig te zijn. Tijdens de bijeenkomst zal gecollecteerd worden voor het werk van Chaldeeuws-Katholieke kerk in Kirkuk onder de vele vluchtelingen.

Protestactie tegen Nederlandse deelename aan oorlog tegen IS in Irak en Syrië‏

pamfletjes isis-actieEnschede (1-10-2014) De Aramese Beweging voor Mensenrechten, Enschede voor Vrede, de Samenwerkende Democratische Organisaties (van mensen afkomstig uit Turkije), de Turks-Mediterrane Alawitische Vereniging TAAB en de Socialistische Partij afdeling Enschede houden morgenavond 2 oktober 2014 van 19.00 tot 20.00 uur een protestactie op het Ei van Ko (het plein vóór het stadhuis) in Enschede tegen de de Nederlandse deelname aan de oorlog tegen IS in Irak en Syrië waar de Tweede Kamer diezelfde avond over zal besluiten.

Voor de inhoudelijke motivatie zie

http://hetnabijeoostennabijtwente.blogspot.nl/2014/09/stellingname-tegen-de-internationale.html

Nationaal protest! Stop de vervolging op christenen

30-8demoOp zaterdag 30 augustus vind een demonstratie plaats tegen de christenvervolging in Irak en Syrië. 

Wij willen graag aandacht vragen voor de vervolging van christenen in het Midden-Oosten. Er worden ongeveer 2.000 mensen verwacht. Verschillende voorgangers van kerken komen spreken over de gruweldaden van IS.
De demonstratie staat gepland om 15.00 uur op het Spuiplein in Den Haag. ABM ondersteunt deze demonstratie en er wordt voor busvervoer gezorgd voor mensen die niet op eigen gelegenheid willen of kunnen gaan. De kosten hiervoor bedragen €15,- per persoon.

De opstapmomenten zijn om 11.15 uur vanaf de Mor Kuryakos kerk in Enschede en vervolgens om 11.30 vanaf de Mariakerk te Hengelo. Het is de bedoeling om 18.30 uur terug te keren naar Twente.

Om je aan te melden voor de busreis, graag een email sturen naar: busreis2014dh@gmail.com

Actuele informatie over de demonstratie:
http://christendemonstratie30augustus.wordpress.com/2014/08/19/perbericht-christenen-gaan-demonstreren-op-30-augustus-in-den-haag/
en
https://www.facebook.com/events/584146651704446/

Bestel het “I am Nasrani” button uit solidariteit of verbondenheid met de onderdrukte christenen in Irak en Syrië

image nasrani site

Wil je je solidariteit of verbondenheid tonen met de onderdrukte christenen in Irak en Syrië, draag een button van “I am Nasrani”. Deze buttons zijn te bestellen bij de Aramese beweging voor mensenrechten (stuur een mail via contact via deze website). Minimale bestelling 10 stuks; kosten € 10,00 inclusief verzending. Bij een bestelling vanaf 100 stuks zijn de kosten per button € 0,50 en betaal je € 50,-  Like en Share deze actie!

Genocide

Enschede 27-04-2014

Sabo, onthulling Armeense GenocidemonumentIn zijn column “Genocidekwestie splijt Almelo” in de Twentsche Courant Tubantia van afgelopen zaterdag 26 april 2014 schetst interim-hoofdredacteur Ger Dijkstra de achtergronden van een tweestrijd die zich twee dagen eerder in Almelo afspeelde tussen de Armeense gemeenschap die de op hen en andere christelijke minderheden in het toenmalige Ottomaanse Rijk in 1915 gepleegde genocide wilden herdenken en de Turkse gemeenschap die in de binnenstad tegen deze herdenking protesteerde en het officiële standpunt van de op de puinhopen van het Ottomaanse Rijk in 1923 gestichte Republiek Turkije kenbaar maakte dat er in 1915 weliswaar massamoorden hebben plaatsgevonden, maar dat geen sprake was van genocide.

In Nederland is de term genocide voor, wat in Turkije “de gebeurtenissen van 1915” heet, in 2004 Kamerbreed aanvaard; in Turkije is het wettelijk verboden om in dit kader van “genocide” te spreken, zo wordt de tweestrijd nog wat scherper gesteld. Dit klopt, maar met name in Turkije is het beeld inmiddels minder zwart wit en wat dat betreft is het deel van de Turkse gemeenschap dat afgelopen donderdag in de Almelose binnenstad tegen de genocideherdenking protesteerde “roomser dan de paus”.

Om te voorkomen dat we in een hele lange schets van toenaderingspogingen te willen verzanden, beperken we ons tot een paar gebeurtenissen die vorige week in Turkije plaatsvonden. Zo heeft het Turkse parlementslid Sallahatin Demirtas openlijk, tijdens een partijbijeenkomst van zijn partij, de BDP, een oproep aan premier Erdogan gedaan om zich in het openbaar uit te spreken voor de erkenning van de genocide op alle christelijke minderheden en deze bij hun naam te noemen.

Op 24 april hebben honderden mensen in verschillende steden in Turkije, zoals Ankara en Izmir, demonstraties gehouden met als eis dat de Turkse regering de genocide zou erkennen.

En op 23 april heeft premier Erdogan de nabestaanden van de vermoorde Armeniërs openlijk en in zes verschillende talen gecondoleerd met het verlies van hun familieleden. In de verschillende toespraken die op 24 april bij de onthulling van het genocidemonument in Almelo zijn gehouden werden dit gebaar van Erdogan verwelkomd als eerste stap naar een volledige erkenning. Weliswaar nog niet voldoende, maar er was waardering voor het feit dat hij deze stap zette en daarmee ook in de Turkse samenleving doelbewust ruimte creëerde om hierover openlijk te spreken zonder bang te hoeven zijn voor het wettelijke verbod.

De Turken die, met een beroep op het officiële standpunt van Turkije, in de Almelose binnenstad demonstreerden tegen de herdenking van de Armeense genocide gaan ten dele dus ook tegen het beleid van de huidige Turkse regering in.

De Turkse erkenning van de genocide is geen strijd om dode letters en ook niet om lang geleden gedode mensen. Met de ontkenning van genocide pleeg je de genocide als het ware nog een tweede keer. Je ontneemt een bevolkingsgroep niet enkel hun bestaan, maar ook nog het feit dat ze ooit bestaan zouden hebben. Een bloeiende, eeuwenoude Armeense, Aramese en Griekse christelijke cultuur werd in korte tijd in het huidige Turkije uitgewist door niet alleen mensen te vermoorden, maar ook kerken en cultuurgoederen volledig te vernietigen en de schamele overlevenden van hun eigen taal en namen te beroven. Het ging om de vernietiging van niet-Turkse identiteiten in het Ottomaanse Rijk zodat op de puinhopen van dit multiculturele rijk een staat met een sterke enkelvoudige Turkse identiteit gesticht kon worden. Het wegnemen van de identiteit van de ene bevolkingsgroep en het versterken van de identiteit van de andere bevolkingsgroep maakt dat deze genocide voor beide bevolkingsgroepen zo gevoelig ligt. Juist ook in den vreemde.

Juist in deze tijd waarin, op het grondgebied van het voormalige Ottomaanse Rijk, in het noorden van Irak en Syrië, waar 100 jaar gelden zoveel Armeense en Aramese christenen naartoe zijn gevlucht of verdreven, nu weer talloze mensen op de vlucht zijn en verdreven worden, is het noodzakelijk om de gebeurtenissen van 100 jaar geleden en van nu onder ogen te zien en te benoemen. Zonodig als genocide.

Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) ——————————————————-

ABM
De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) is een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie die zich geweldloos inzet voor vrede en rechtvaardigheid. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens onderschrijvend, heeft de ABM tot doel elke schending van mensenrechten, en die van de Aramese bevolking in het bijzonder, internationaal bij politici en overheden aan te kaarten. Tevens werkt ABM samen met andere, zowel lokale als internationale, organisaties om de belangen van de Aramese gemeenschap te behartigen. De Aramese Christenen zijn in Nederlands ook bekend onder de naam: Syrische Christenen. Meer informatie over de Arameeërs en de activiteiten van ABM vindt u op www.aramesebeweging.nl

IMPRESSIE BIJEENKOMST MET ERKAN METIN OP 15 APRIL 2014

IMPRESSIE BIJEENKOMST MET ERKAN METIN OP 15 APRIL 2014

WP_20140415_022Op dinsdag 15 april 2014 organiseerde de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) een bijeenkomst met de Turkse strafrechtadvocaat en onderzoeksjournalist Erkan Metin die op uitnodiging van ABM in Nederland is en op donderdag 17 april 2014 door CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt namens de commissie Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer in bijzondere procedure zal worden ontvangen. Erkan Metin, die van Aramese herkomst is en lidmaat van de Syrisch-Orthodoxe kerk, heeft zich het afgelopen jaar intensief beziggehouden met de verantwoordelijkheid voor de ontvoering van de Grieks-Orthodoxe aartsbisschop van Aleppo, Boulos Yazigi, en zijn Syrisch-Orthodoxe collega Yohanna Ibrahim op 22 april 2013. Een ontvoering die de Syrisch-christelijke gemoederen erg bezighoudt. Ook in Twente, waar Yohanna Ibrahim in de jaren ’70 als pastor werkzaam was binnen de eerste, nog maar nauwelijks georganiseerde Syrisch-Orthodoxe gemeenschap die inmiddels in heel Twente zo’n 20.000 zielen telt. De kleine zaal van het gebouw van Platform Aram zat daarom, ondanks het zeer ongebruikelijke tijdstip, goed vol met meer dan 50 mensen.

WP_20140415_010

Erkan Metin vertelde dat hij een jaar geleden aan zijn onderzoek is begonnen toen bleek dat de Turkse pers nauwelijks inging op het hoe en waarom van deze ontvoering die vlakbij de Turks-Syrische grens heeft plaatsgevonden. Dit in groot contrast tot de enorme hoeveelheid informatie in de sociale media die veelvuldig

gebruikt worden door diverse Syrische groeperingen. Deze berichten op de Syrische sociale media zijn onderling erg tegenstrijdig en bevatten zowel claims als beschuldiging over en weer. Toch komt er over de feitelijke gebeurtenis wel een tamelijk eenduidig beeld naar buiten.

Het aartsbisdom van de Grieks-Orthodoxe kerkleider Boulos Yazigi ligt deels in Syrië en deels in Turkije. Boulos Yazigi had de Paasdagen doorgebracht in het Turkse deel van zijn ambtsgebied en wilde daarna terugkeren naar Syrië maar kwam de door de Syrische oppositie beheerste grensovergangen niet over. Ook een poging om vanuit Turkije via Libanon naar Syrië te reizen strandde. Vervolgens besloot hij zijn collega Yohanna Ibrahim in te schakelen die goede contacten onderhield met de Syrische oppositie. Deze nam zijn contactpersoon met de Syrische oppositie, Fuad Eliya, mee en op de 22ste april 2013 reden ze naar Turkije, haalden Boulos Yazigi op en keerden terug naar Syrië. Zoals verwacht werden ze doorgelaten bij de controleposten van het Vrije Syrische Leger, maar iets meer dan 20 kilometer van de grens was een controlepost van een andere oppositionele groep waar ze werden aangehouden. De chauffeur werd gedwongen uit te stappen en bestuurd door mensen van deze onbekende groepering vertrok de auto met de twee aartsbisschoppen naar een onbekende bestemming.

Erkan benadrukt dat de chauffeur niet bij deze aanhouding en ontvoering is doodgeschoten, zoals wel wordt aangenomen. Hij is waarschijnlijk gaan lopen en daarbij in militair gebied terecht gekomen waar hij als indringer door een sluipschutter van het Syrische regeringsleger gedood zou zijn. Fuas Eliya is later vrijgelaten door de ontvoerders en is de enige die een getuigenis heeft kunnen afleggen over wat er gebeurd is. Over de identiteit van de ontvoerders is hij heel stellig: het waren geen Syriërs en ze waren ook niet afkomstig uit andere Arabische landen. Gelet hun kleding en baardgroei stelde Fuad Eliya dat ze uit de Kaukasus of Afghanistan afkomstig waren. Op basis hiervan rees het vermoeden dat de ontvoering gepleegd is door een groep die zichzelf het “Kaukasisch Kalifaat” noemt en die vooral uit strijders uit de Russische deelrepublieken Tsjetsjenië en Dagestan bestaat. De eerste Kaukasische jihadisten kwamen in 2011 Syrië al binnen, maar met name in 2013 is een grote stroom Kaukasische jihadisten naar Syrië gekomen om daar de strijd te voeren. Er is sprake van een soort “vreemdelingenlegioen” dat haar hoofdkwartier en trainingscentra in Turkije heeft en vandaaruit operaties in het noorden van Syrië uitvoert. Eén van de leiders is overigens geen Tsjetsjeen maar een Georgiër die in 2008 in de oorlog met Rusland is geradicaliseerd, zich tot de islam heeft bekeerd en nu een fanatieke aanvoerder van dit vreemdelingenlegioen is geworden. Overigens stelt het Vrije Syrische Leger dat deze jihadistische groepen helemaal niet tegen de Syrische regering vechten, maar zich gebieden toeëigenen in de reeds “bevrijde gebieden” waar ze een soort terreurbewind uitoefenen over de lokale bevolking en zichzelf een machtspositie verschaffen en zichzelf verrijken. Er zwerven in het noorden van Syrië diverse lokale krijgsheren rond met soms vreemde voorgeschiedenissen en bekeringen, zoals de genoemde Georgiër, zodat er ook de wildste verhalen rondgaan over Russische invloeden in deze chaotische situatie.

Dat geldt bijvoorbeeld voor een krijgsheer die bekend staat onder de naam Abu Banat die zichzelf tot machthebber heeft verklaard over een dorp in Syrië dat vlakbij de plek ligt waar de aartsbisschoppen zijn ontvoerd. Van hem is bekend dat hij uit Dagestan komt en in 2011 naar Egypte is gegaan om te helpen bij de revolutie maar het land is uitgezet toen bleek dat hij vooral zichzelf trachtte te verrijken en maar weinig deed om de islam te bevorderen. In 2012 werd hij in Turkije gesignaleerd en was toen actief in een aantal vluchtelingenkampen aan de grens met Syrië. Volgens de Turkse autoriteiten zou hij het land zijn uitgezet, maar als strafrechtadvocaat heeft Erkan Metin toegang tot allerlei politiedossiers en daaruit bleek anders.

WP_20140415_016

Het zijn vooral de vele tegenstrijdigheden tussen datgene wat de Turkse regering naar buiten brengt en wat uit onderzoek naar Syrische bronnen of uit de politiedossiers blijkt die de Turkse regering verdacht maken in de ogen van Erkan Metin. Er moet kennelijk van alles worden toegedekt en steeds komt men weer op eerdere verklaringen terug. Abu Banat is gearresteerd en zal op 21 mei a.s. worden voorgeleid, maar uitsluitend op grond van verboden wapenbezit en zijn relatie tot het terroristisch netwerk van Al Qaida. Het hele dossier over de ontvoering – en mogelijke dood – van de aartsbisschoppen blijft buiten beschouwing. Vragen hierover door bevriende Turkse parlementariërs worden niet beantwoord.

Erkan Metin belooft zelf door te gaan met zijn onderzoekingen maar hij roept ABM, de aanwezigen in de zaal en iedereen van goede wil op om druk uit te blijven oefenen op de Turkse regering om meer openheid van zaken te geven over dit hele dossier. De ontvoering van de twee aartsbisschoppen van Aleppo is namelijk de meest geruchtmakende zaak, maar in de schaduw hiervan is sprake van diverse andere ontvoeringen en aanslagen die met veel mist omgeven worden en die aan het licht moeten worden gebracht.

WP_20140415_012

Jan Schaake
16 april 2014

ABM praat Teeven bij over christenen in Irak

101_2633Den Haag 14-4-2014:  Op maandagmiddag 14 april 2014 sprak een delegatie van de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) met staatssecretaris Fred Teeven over de veiligheidssituatie van Aramese christenen in Irak. Dit gesprek vond plaats op verzoek van de staatssecretaris naar aanleiding van een Kamerdebat dat hij op 30 januari jl. had over het toelatingsbeleid van de Nederlandse regering inzake Iraakse vluchtelingen en dan met name vluchtelingen die behoren tot de etnische en religieuze minderheden in dit land. ChristenUnie-woordvoerder Joël Voordewind riep de staatssecretaris op om de bevindingen van het Ambtsbericht te bespreken met ABM. Later dit jaar zal ook nog een gesprek gevoerd worden met een vertegenwoordiging van de Koerdische Autonome Regio in Irak.

101_2632

Bij het gesprek, waaraan van de zijde van ABM werd deelgenomen door de bestuursleden Aziz Beth Aho, Sabo Kara en Jan Schaake en Mattie Korkes Azeez, die tot enkele jaren geleden als journalist voor Associated Press in Irak werkzaam was en in 2010 naar Nederland heeft moeten vluchten, bleek dat Teeven goed kennis had genomen van de jaarlijkse Mensenrechtenrapportage die ABM hem vooraf had toegestuurd. De staatssecretaris meldde dat hij Irak zelf meermalen heeft bezocht, maar toch konden we hem nog een aantal nieuwe ontwikkelingen melden die duidelijk tot een verslechtering van de burgerbevolking van Irak in het algemeen en van de christelijke minderheid in Irak in het bijzonder hebben geleid. Zo konden we de staatssecretaris informeren over het feit dat de jihadistische strijdgroep voor een Islamitische Staat voor Irak en Syrië (ISIS) niet alleen in Falluja actief is maar feitelijk het hele westen van Irak beheerst inclusief de stad Mosul en omgeving waar juist de afgelopen jaren veel Iraakse christenen naar toe zijn gevlucht. Ook in Bagdad en Basra heeft de christelijke minderheid zwaar te leiden onder de diverse gevechten die tussen soennieten en sji’ieten plaatsvinden en onlangs weer zijn verhevigd in de aanloop op de komende parlementsverkiezingen.

 

In de Koerdische Autonome Regio (KAR) in het noorden van Irak is het relatief veilig, hoewel met name in de stad Kirkuk christenen eveneens een speelbal zijn geworden in het gevecht om de macht over deze stad. De vele christenen die de afgelopen jaren uit de rest van Irak naar de KAR zijn gevlucht, zijn daar een stuk veiliger dan in de rest van Irak maar worden in de KAR als tweederangsburgers behandeld. WP_20140414_002Zij beheersen de Koerdische taal niet en kunnen het Arabisch dat zij in de andere Iraakse regio’s spraken daar niet gebruiken. Bovendien worden zij nu uit de tijdelijke en tweederangs baantjes die zij in de KAR konden krijgen verdreven door de talloze Koerdische vluchtelingen die vanuit het noordoosten van Syrië naar de KAR vluchten. Tenslotte zijn er ook in de KAR verschillende fundamentalistische islamitische organisaties actief die in deze regio een islamitisch bestuur willen vestigen. Dit heeft de afgelopen tijd al tot een aantal incidenten tegen de in hun ogen “ongelovige” christenen geleid. Ook hiervan kon ABM een aantal voorbeelden geven, waarbij tevens aangegeven kon worden dat ABM hier regelmatig de Tweede Kamer over heeft geïnformeerd.