IMPRESSIE BIJEENKOMST MET ERKAN METIN OP 15 APRIL 2014

IMPRESSIE BIJEENKOMST MET ERKAN METIN OP 15 APRIL 2014

WP_20140415_022Op dinsdag 15 april 2014 organiseerde de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) een bijeenkomst met de Turkse strafrechtadvocaat en onderzoeksjournalist Erkan Metin die op uitnodiging van ABM in Nederland is en op donderdag 17 april 2014 door CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt namens de commissie Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer in bijzondere procedure zal worden ontvangen. Erkan Metin, die van Aramese herkomst is en lidmaat van de Syrisch-Orthodoxe kerk, heeft zich het afgelopen jaar intensief beziggehouden met de verantwoordelijkheid voor de ontvoering van de Grieks-Orthodoxe aartsbisschop van Aleppo, Boulos Yazigi, en zijn Syrisch-Orthodoxe collega Yohanna Ibrahim op 22 april 2013. Een ontvoering die de Syrisch-christelijke gemoederen erg bezighoudt. Ook in Twente, waar Yohanna Ibrahim in de jaren ’70 als pastor werkzaam was binnen de eerste, nog maar nauwelijks georganiseerde Syrisch-Orthodoxe gemeenschap die inmiddels in heel Twente zo’n 20.000 zielen telt. De kleine zaal van het gebouw van Platform Aram zat daarom, ondanks het zeer ongebruikelijke tijdstip, goed vol met meer dan 50 mensen.

WP_20140415_010

Erkan Metin vertelde dat hij een jaar geleden aan zijn onderzoek is begonnen toen bleek dat de Turkse pers nauwelijks inging op het hoe en waarom van deze ontvoering die vlakbij de Turks-Syrische grens heeft plaatsgevonden. Dit in groot contrast tot de enorme hoeveelheid informatie in de sociale media die veelvuldig

gebruikt worden door diverse Syrische groeperingen. Deze berichten op de Syrische sociale media zijn onderling erg tegenstrijdig en bevatten zowel claims als beschuldiging over en weer. Toch komt er over de feitelijke gebeurtenis wel een tamelijk eenduidig beeld naar buiten.

Het aartsbisdom van de Grieks-Orthodoxe kerkleider Boulos Yazigi ligt deels in Syrië en deels in Turkije. Boulos Yazigi had de Paasdagen doorgebracht in het Turkse deel van zijn ambtsgebied en wilde daarna terugkeren naar Syrië maar kwam de door de Syrische oppositie beheerste grensovergangen niet over. Ook een poging om vanuit Turkije via Libanon naar Syrië te reizen strandde. Vervolgens besloot hij zijn collega Yohanna Ibrahim in te schakelen die goede contacten onderhield met de Syrische oppositie. Deze nam zijn contactpersoon met de Syrische oppositie, Fuad Eliya, mee en op de 22ste april 2013 reden ze naar Turkije, haalden Boulos Yazigi op en keerden terug naar Syrië. Zoals verwacht werden ze doorgelaten bij de controleposten van het Vrije Syrische Leger, maar iets meer dan 20 kilometer van de grens was een controlepost van een andere oppositionele groep waar ze werden aangehouden. De chauffeur werd gedwongen uit te stappen en bestuurd door mensen van deze onbekende groepering vertrok de auto met de twee aartsbisschoppen naar een onbekende bestemming.

Erkan benadrukt dat de chauffeur niet bij deze aanhouding en ontvoering is doodgeschoten, zoals wel wordt aangenomen. Hij is waarschijnlijk gaan lopen en daarbij in militair gebied terecht gekomen waar hij als indringer door een sluipschutter van het Syrische regeringsleger gedood zou zijn. Fuas Eliya is later vrijgelaten door de ontvoerders en is de enige die een getuigenis heeft kunnen afleggen over wat er gebeurd is. Over de identiteit van de ontvoerders is hij heel stellig: het waren geen Syriërs en ze waren ook niet afkomstig uit andere Arabische landen. Gelet hun kleding en baardgroei stelde Fuad Eliya dat ze uit de Kaukasus of Afghanistan afkomstig waren. Op basis hiervan rees het vermoeden dat de ontvoering gepleegd is door een groep die zichzelf het “Kaukasisch Kalifaat” noemt en die vooral uit strijders uit de Russische deelrepublieken Tsjetsjenië en Dagestan bestaat. De eerste Kaukasische jihadisten kwamen in 2011 Syrië al binnen, maar met name in 2013 is een grote stroom Kaukasische jihadisten naar Syrië gekomen om daar de strijd te voeren. Er is sprake van een soort “vreemdelingenlegioen” dat haar hoofdkwartier en trainingscentra in Turkije heeft en vandaaruit operaties in het noorden van Syrië uitvoert. Eén van de leiders is overigens geen Tsjetsjeen maar een Georgiër die in 2008 in de oorlog met Rusland is geradicaliseerd, zich tot de islam heeft bekeerd en nu een fanatieke aanvoerder van dit vreemdelingenlegioen is geworden. Overigens stelt het Vrije Syrische Leger dat deze jihadistische groepen helemaal niet tegen de Syrische regering vechten, maar zich gebieden toeëigenen in de reeds “bevrijde gebieden” waar ze een soort terreurbewind uitoefenen over de lokale bevolking en zichzelf een machtspositie verschaffen en zichzelf verrijken. Er zwerven in het noorden van Syrië diverse lokale krijgsheren rond met soms vreemde voorgeschiedenissen en bekeringen, zoals de genoemde Georgiër, zodat er ook de wildste verhalen rondgaan over Russische invloeden in deze chaotische situatie.

Dat geldt bijvoorbeeld voor een krijgsheer die bekend staat onder de naam Abu Banat die zichzelf tot machthebber heeft verklaard over een dorp in Syrië dat vlakbij de plek ligt waar de aartsbisschoppen zijn ontvoerd. Van hem is bekend dat hij uit Dagestan komt en in 2011 naar Egypte is gegaan om te helpen bij de revolutie maar het land is uitgezet toen bleek dat hij vooral zichzelf trachtte te verrijken en maar weinig deed om de islam te bevorderen. In 2012 werd hij in Turkije gesignaleerd en was toen actief in een aantal vluchtelingenkampen aan de grens met Syrië. Volgens de Turkse autoriteiten zou hij het land zijn uitgezet, maar als strafrechtadvocaat heeft Erkan Metin toegang tot allerlei politiedossiers en daaruit bleek anders.

WP_20140415_016

Het zijn vooral de vele tegenstrijdigheden tussen datgene wat de Turkse regering naar buiten brengt en wat uit onderzoek naar Syrische bronnen of uit de politiedossiers blijkt die de Turkse regering verdacht maken in de ogen van Erkan Metin. Er moet kennelijk van alles worden toegedekt en steeds komt men weer op eerdere verklaringen terug. Abu Banat is gearresteerd en zal op 21 mei a.s. worden voorgeleid, maar uitsluitend op grond van verboden wapenbezit en zijn relatie tot het terroristisch netwerk van Al Qaida. Het hele dossier over de ontvoering – en mogelijke dood – van de aartsbisschoppen blijft buiten beschouwing. Vragen hierover door bevriende Turkse parlementariërs worden niet beantwoord.

Erkan Metin belooft zelf door te gaan met zijn onderzoekingen maar hij roept ABM, de aanwezigen in de zaal en iedereen van goede wil op om druk uit te blijven oefenen op de Turkse regering om meer openheid van zaken te geven over dit hele dossier. De ontvoering van de twee aartsbisschoppen van Aleppo is namelijk de meest geruchtmakende zaak, maar in de schaduw hiervan is sprake van diverse andere ontvoeringen en aanslagen die met veel mist omgeven worden en die aan het licht moeten worden gebracht.

WP_20140415_012

Jan Schaake
16 april 2014