Categoriearchief: Iraq

Landelijke gebedsavond voor Irak

weareNDRACHTEN – Met een landelijke gebedsavond vraagt de beweging WeAreN op woensdag 26 november aandacht voor de positie van bedreigde en gevluchte christenen in Irak en Syrië. Hulpverleners vertellen over de huidige stand van zaken in vluchtelingenkampen en het dagelijks leven van Irakese christenen.

De interkerkelijke gebedssamenkomst vindt plaats op 26 november om 20.00 uur in de Bethelkerk, Bolder 75 te Drachten. Het is belangrijk dat er juist nu gebeden wordt voor Iraakse en Syrische christenen, zegt woordvoerder Arend Pleysier van WeAreN. “In de zomerperiode was er massale aandacht voor het lot van tienduizenden Irakese christenen die huis en haard achterlieten in de vlucht voor Islamitische Staat. Nog steeds is de nood hoog. Met de winter op komst wacht veel vluchtelingen een moeilijke en onzekere periode.”

Duizenden vluchtelingen zijn ondergebracht op locaties die niet geschikt zijn voor de relatief koude en natte Noord-Irakese winter. Andere christenen zijn ondergebracht in scholen, die de komende weken op last van de overheid worden ontruimd. “Maar ook geestelijk gezien gaat het veel vluchtelingen niet goed”, zegt Pleysier. “De meerderheid is zwaar getraumatiseerd. Met het verstrijken van de tijd wordt het voor hen steeds onwaarschijnlijker dat zij op enig moment kunnen terugkeren.” Ook voor hulpverleners betekent die combinatie van praktische problemen en geestelijke nood een grote uitdaging. “De lokale kerken doen wat ze kunnen, ondermeer gesteund door organisaties die zijn aangesloten bij WeAreN. Maar ook voor hen komt het nu aan op volharding. Het gebed van christenen in Nederland ondersteunt hen daarbij.”

Tijdens de spreken hulpverleners en Irakese christenen. Onder de sprekers is de Nederlands-Irakese Johanna Marten, die namens stichting Gave actief is onder Irakese christenen in Nederland. Hij heeft intensief contact met geloofsgenoten in Irak, en bezocht het land kortgeleden. Daarnaast spreekt hulpverlener William van Diepen die al langdurig fulltime in Irak werkzaam is. Pastor Wieger Sikkema van de Vrije Baptistengemeente Bethel vertelt over het belang van gebed en de vraag hoe God doorwerkt in het lijden. Daarnaast vertelt WeAreN over het uitdelen van de bemoedigingskaarten aan Irakese christenen. Op deze kaarten zijn de foto’s te vinden van bijna 700 Nederlandse christenen die inmiddels deelnamen aan deze beeldbemoedigingsactie via www.wearen.nl. De bijeenkomst heeft een interkerkelijk karakter, waarbij muziek en gebedsmomenten worden ingevuld volgens verschillende Nederlandse en Irakese tradities.

WeAreN is als initiatiefnemer verantwoordelijk voor de organisatie van de dag, en wordt daarbij belangeloos ondersteund door de Vrije Baptistengemeente Bethel. WeAreN is een beweging die door meer dan dertig christelijke organisaties en partijen wordt ondersteund en heeft tot doel aandacht te vragen voor de positie van christenen in Irak en Syrië, en op te roepen tot gebed en verbondenheid. Via WeAreN zijn inmiddels bijna 500 lokale en regionale gebedsbijeenkomsten georganiseerd vanuit de volle breedte van kerkelijk Nederland. Meer informatie over de gebedsbijeenkomst is te vinden op www.wearen.nl

NOOT VOOR DE REDACTIE, NIET VOOR PUBLICATIE:
Meer informatie over WeAreN en de beeldbemoedigingsactie vindt u op bijgevoegde factsheet en via www.wearen.nl . U bent van harte welkom om bij deze avond aanwezig te zijn en verslag te doen in woord en beeld. Om veiligheidsredenen is verslaglegging aan voorwaarden verbonden en is aanmelding vooraf noodzakelijk. Voor vragen en aanmelding kunt u contact opnemen met woordvoerder Arend Pleysier via pers@wearen.nl of 0341-465000.

Persbericht: WeAreN steunt christenen Irak en Syrië met selfies

weareNERMELO/’S-HERTOGENBOSCH – De beweging WeAreN start een landelijke bemoedigingsactie voor christenen in Irak en Syrië. WeAreN, een samenwerkingsverband dat gedragen wordt door 30 christelijke organisaties, wil Nederlandse christenen zo direct in contact brengen met hun geloofsgenoten in het Midden-Oosten. De ‘interactieve bemoediging’ wordt zaterdag 1 november gelanceerd in de Jaarbeurs Utrecht.

De beweging WeAreN ontstond in augustus na de massale vlucht van tienduizenden christenen uit het noorden van Irak. Als markering gebruikte Islamitische Staat (IS, voorheen ISIS) de Arabische letter ‘N’ waarmee het woord Nasrani – Nazarener, oftewel: christen – begint. WeAreN staat dan ook voor ‘We Are Nasrani’, ofwel: wij zijn (ook) christen. De beweging houdt christenen in Nederland op de hoogte van de situatie in Irak en Syrië, roept op tot gebed en actie, en helpt christenen hun solidariteit te uiten door o.a. het dragen van een T-shirt met het Nasrani- teken. “Onze gezamenlijke oproep tot gebed en actie leverde een overweldigend aantal reacties op”, zegt WeAreN-woordvoerder Arend Pleysier. “Meer dan 400 gebedsbijeenkomsten werden er de afgelopen drie maanden georganiseerd. Daarnaast hebben we ruim 4000 T-shirts verkocht, een hoeveelheid waar we nooit op hebben gerekend.”

Deze brede respons drong ook door in Irak, waar enkele van de aangesloten organisaties actief zijn. In vluchtelingenkampen in voornamelijk Erbil en Dohuk is noodhulp verleend en verteld over de vele steunbetuigingen en gebedsbijeenkomsten in Nederland. “Dat was echt een enorme bemoediging voor de christenen daar”, zegt Pleysier. “Het idee dat er helemaal in Nederland door duizenden mensen voor hen wordt gebeden vonden ze bijna niet voor te stellen en dat raakte hen oprecht.”

De volgende stap van WeAreN is een beeldbemoediging via de website www.WeAreN.nl. Bezoekers kunnen hun foto uploaden naar een uitgebreide galerij. “Hierdoor wordt direct en persoonlijk zichtbaar hoeveel mensen er in Nederland meeleven met de christenen in Irak en Syrië”, aldus Pleysier. “De foto’s drukken we op kaartjes die we meenemen naar Irak en Syrië. Om de christenen daar, in hun extreem moeilijke omstandigheden, te laten zien dat er duizenden mensen zijn die aan hen denken, en voor hen bidden en pleiten. Daarnaast hopen we op 26 november in Drachten een landelijke gebedsbijeenkomst te organiseren, waar bezoekers uit de eerste hand worden geïnformeerd over de huidige situatie in Irak.”

De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) stelt voor om op die selfies zichtbaar het Nasrani-teken te dragen door middel van de door Open Doors verspreide T-shirts of de door de ABM verspreide buttons. Deze laatste zijn nog steeds te bestellen bij ABM.

De lancering van de website met de eerste foto’s zal plaatsvinden op zaterdag 1 november in de Jaarbeurs Utrecht. Tijdens de jaarlijkse dag van Open Doors, een van de initiatiefnemers van WeAreN, zal er een speciale stand staan met een fotograaf. “Zo kunnen we een vliegende start maken met professionele foto’s”, zegt Pleysier. Daarnaast vertellen voorgangers uit Irak en Syrië over de positie waarin hun gemeenteleden verkeren. Enkele dagen later vertrekken vertegenwoordigers van WeAreN naar Irak om met de eerste resultaten de christenen een hart onder de riem te steken. De beweging hoopt op vele duizenden foto’s. Deelnemers kunnen vanaf 1 november hun foto uploaden en de galerij bekijken op www.wearen.nl.

Noot voor de redactie (niet voor publicatie):
Meer informatie over WeAreN, de 8 initiatiefnemers en de 22 ondersteunende partijen vindt u in bijgevoegde factsheet. U bent – na aanmelding – van harte welkom om de lancering van de bemoedigingsactie op 1 november mee te maken. Voor aanmelding kunt u contact opnemen met Arend Pleysier, arendp@opendoors.nl. Voor meer informatie over de bemoedigingsactie, de gebedsbijeenkomst en de beweging WeAreN kunt u contact opnemen met de woordvoerders van WeAreN: Arend Pleysier (0341-465047 / 06-47418810) en Dennis Peters (073-6130820 / 06-20138284) of via pers@WeAreN.nl.

Ontkenning is onderdeel van genocide

HolslagEnschede (24-10-2014) Vanavond organiseerde de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) in het gebouw van Platform Aram een bijeenkomst met Anthonie Holslag over het “genocidaal proces van 1915 tot nu”. Aanleiding waren de onthulling van het herdenkingsmonument aan de Armeense genocide in Almelo, de protesten daartegen door Turkse nationalisten en de “waar maken ze zich druk over?”-reactie die je daarop hoorde, maar ook de expliciete weigering van toenmalig minister Timmermans om de genocide die in de zomer in Noord-Irak plaatsvond “genocide” te noemen. Bij beide gebeurtenissen, in Almelo en in de discussie met Timmermans, kwamen we genocide-onderzoeker Anthonie Holslag tegen en vandaag, precies 6 maanden vóór de 100-jarige herdenking van het begin van de genocide en op de Internationale Dag van de Verenigde Naties die 69 jaar geleden werden opgericht om de mensheid voor dergelijke gruweldaden te behouden sprak hij dus over het genocidaal proces.

 

Zie verder op onderstaande link voor een uitgebreid verslag:

http://hetnabijeoostennabijtwente.blogspot.nl/2014/10/ontkenning-is-onderdeel-van-genocide.html

 

ABM organiseert publieksbijeenkomst “Genocidaal proces van 1915 tot nu” met dr. Anthonie Holslag, docent genocidestudies NIOD/UvA

affiche Genocidaal proces - 2014-10-24 - versie 3Enschede, 16 oktober 2014 – Samen met Platform Aram organiseert de Aramese Beweging voor
Mensenrechten (ABM) op vrijdagavond 24 oktober van 19.30 tot 22.00 uur in het gebouw van Platform Aram (Vlierstraat 93, Enschede) een publieksbijeenkomst over het “genocidaal proces van 1915 tot nu” met dr. Anthonie Holslag, docent holocaust- en genocidestudies aan het Nederlands Instituut voor OorlogsDocumentatie (NIOD) en de Universiteit van Amsterdam.

Op 24 april 2015 zal wereldwijd en ook in Twente worden herdacht dat het dan precies 100 jaar geleden is dat de Turkse regering van het toenmalige Ottomaanse Rijk de genocide op Armeense, Aramese en Griekse christenen in dit Rijk begon. In de aanloop op deze herdenking zullen ABM, Platform Aram en andere organisaties een aantal activiteiten organiseren om verschillende aspecten van deze genocide te belichten. De bijeenkomst op 24 oktober a.s. met Anthonie Holslag is de eerste in deze reeks.

Anthonie Holslag is gepromoveerd op de Armeense genocide en de beleving hiervan binnen de Armeense diasporagemeenschappen. Een publieksversie van zijn proefschrift verscheen in 2009 onder de titel “In het gesteente van Ararat”. Hierin maakt het duidelijk dat een genocide meer is dan enkel een massamoord maar reeds veel eerder begint met het betwisten van het bestaansrecht van een volk en na de massamoord nog door kan gaan met de ontkenning ervan en daarmee met de ontkenning dat het volk ooit bestaan heeft. Hij spreekt in deze zin ook liever van een “genocidaal proces” waarin verschillende fases zijn te onderkennen.

Een andere “proces” dat op 24 oktober centraal zal staan is dat de Armeense genocide van 1915 de eerste is van een lange reeks die tot de dag van vandaag doorgaat. Op dit moment juist ook uitgerekend in de regio waar de genocide van 1915 plaatsvond, namelijk in het oosten van het huidige Turkije, Irak en Syrië. Na elke genocide, om te beginnen met die van 1915, belooft de internationale gemeenschap plechtig dat dit nooit meer mag gebeuren, maar in de praktijk is ze er nog nooit in geslaagd om een genocidaal proces in een tijdig stadium te stoppen. Ook de Verenigde Naties niet, die op 24 oktober 1945 werden opgericht en op 24 oktober a.s., de Internationale Dag van de Verenigde Naties, dus 69 jaar bestaan. Ook hier zal Anthonie Holslag op ingaan tijdens zijn lezing.

Eenieder is van harte welkom bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn.

Deelname strijd tegen ISIS leidt af van waar het werkelijk om draait

no-war-on-syriaEnschede (19-10-2014) Tussen donderdag 2 en woensdag 15 oktober heeft de Tweede Kamer drie keer binnen twee weken uitgebreid met de regering gesproken over situatie rond IS in Irak en Syrië. Een discussie die naar de mening van de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) tot dusverre teveel over de Nederlandse militaire inzet is gegaan en te weinig over de maatregelen die op politiek en maatschappelijk gebied genomen zouden moeten worden.

Daarbij is ons belangrijkste punt van zorg de bewapening van strijdgroepen tegen IS die het na de mogelijke nederlaag van IS volgens de coalitiegenoten in Syrië op zullen moeten nemen tegen het regeringsleger van Assad (en daartoe door de coalitie in Turkije getraind zullen worden) en die het naar onze inschattingen in Irak zullen opnemen tegen elkaar in de strijd voor of tegen een grotere Koerdische autonomie. Vandaag bereikten ons bovendien berichten dat ook in Turkije de PKK de wapens weer wil opnemen tegen de Turkse regering. President Obama heeft het Amerikaanse volk al voorbereid op een jarenlange strijd met verschillende fasen en met een onduidelijke strategie. Door alle nadruk te leggen op luchtbombardementen door de internationale coalitie (bestaande uit Westerse landen met hun Arabische bondgenoten) en lokale strijdgroepen op de grond elk met hun eigen, onderling conflicterende politieke agenda’s, zal de nu al drie-en-een-half jaar in Syrië en ruim elf jaar in Irak woedende oorlog inderdaad nodeloos verlengd worden.

Hoewel al het andere lijkt te verbleken bij de gruwelijkheden van IS in Irak en Syrië, willen we niet onvermeld laten dat ook andere strijdgroepen in deze regio, waarvan een aantal dus door het Westen bewapend en getraind worden, zich ook gewelddadigheden tegen de burgerbevolking te buiten gaan. Vorige maand meldden we al bij een aantal Kamerleden het geweld van Koerdische milities tegen christenen in de aan de Turks-Syrische grens gelegen stad Qamishli die zich niet bij hen aan wensten te sluiten en vorige week bereikte ons het bericht over de Franciscaanse priester Hanna Jallouf en een aantal van zijn parochianen die in het noordwesten van Syrië is ontvoerd. Gelukkig blijken zij inmiddels weer te zijn vrijgelaten; zulks echter in tegenstelling tot de in april 2013 ontvoerde bisschoppen van Aleppo van wie nog steeds elk spoor ontbreekt. Als met deze strijdgroepen geen afspraken gemaakt kunnen worden over het met rust laten van mensen die tot een andere etnische of religieuze minderheid in Syrië behoren, dan zou de internationale coalitie er in onze ogen vanaf moeten zien deze strijdgroepen te bewapenen en te trainen.

In haar brief over de Europese Raad Buitenlandse Zaken die op 20 oktober ook weer uitgebreid stil zal staan bij de strijd tegen IS in Irak en Syrië somt de regering een aantal sporen op voor een Europese inzet in het “brede spectrum van de geïntegreerde benadering”. We geven per spoor graag aan wat daar in onze ogen zou moeten gebeuren:

  1. ondersteuning van een duurzaam en inclusief politiek proces

Na de opschorting van de onderhandelingen in Genève, begin dit kalenderjaar, hebben we weinig gehoord over initiatieven op dit proces weer in beweging te krijgen. Ook de internationale bemoeienissen om de Iraakse regering tot een inclusievere politiek te bewegingen lijken na het aftreden van premier Maliki beëindigd te zijn. Naar onze vaste overtuiging kan er geen duurzame en inclusieve politieke oplossing voor de zich steeds verder uitbreidende strijd in Syrië en Irak komen, zolang de Syrische regering van Assad, Iran, Rusland en China van de vormgeving van een dergelijke oplossing worden uitgesloten. In het Kamerdebat van vorige week over de noodzaak van een volkenrechtelijk mandaat om ISIS ook in Syrië te kunnen bestrijden werd opgemerkt dat dit alleen mogelijk is door hierover met andere, tot dusverre uitgesloten, partijen in deze te overleggen en overeenstemming te bereiken. Juist ook voor een bekorting van de strijd en het zo snel mogelijk kunnen komen tot een politieke oplossing is het volgens ons van het grootste belang meer prioriteit aan het hervatten cq. opstarten van inclusieve vredesbesprekingen over Syrië en Irak te beginnen. We sluiten niet uit dat het conflict tussen de Turkse regering en de Koerden daar inmiddels ook op de agenda zou moeten komen te staan en hebben dan ook ernstige vragen bij de afspraken die deze dagen met de Turkse regering gemaakt zullen worden om deze ertoe te bewegen haar luchtruim en militaire vliegvelden aan de internationale coalitie beschikbaar te stellen.

  2.  aanpak van financieringsstromen (inclusief oliesmokkel)

Dit punt zou naar onze mening uitgebreid moeten worden naar de aanpak van de stromen wapens en strijders naar IS en andere groepen die zich in Irak en Syrië aan zeer ernstige mensenrechtenschendingen schuldig maken. Wat de oliesmokkel hebben we enkelen van u vorige maand reeds gewezen op het bericht http://www.stopdebankiers.nl/de-eu-heeft-toegegeven-goedkope-aardolie-te-hebben-gekocht-van-isis/ We zijn erg benieuwd welke maatregelen de EU inmiddels heeft genomen om dit nader te onderzoeken en tegen te gaan.

  3.  op de middellange en lange termijn capaciteitsopbouw van Iraakse instituties
(veiligheidssector en rechtstaatontwikkeling) en wederopbouw in teruggewonnen
gebieden met het oog op inclusiviteit

De noodzaak van capaciteitsopbouw en wederopbouw onderschrijven we, de beperkingen tot de middellange en lange termijn en de teruggewonnen gebieden niet. Ook in de niet door IS beheerste gebieden in Irak is capaciteitsopbouw van de veiligheids- en rechtsstaatinstituties nodig en daar moet nu al mee begonnen worden. Zoals laatst iemand een discussie over de instelling van safe havens voor christelijke en andere minderheden samenvatte: “we willen geen veilige haven, maar een veilig land!” En dat bijvoorbeeld geldt ook Bagdad waar volgens recente berichten nog steeds christenen vandaan vluchten omdat ze zich in deze stad niet veilig voelen. Hoewel we niets af willen doen aan de prioriteiten van de Nederlandse regering om vooral aandacht te vragen voor het tegengaan van straffeloosheid en de positie van vrouwen, zouden we ook graag zien dat aandacht gevraagd wordt voor de positie van religieuze en etnische minderheden in het land.

Naast de opbouw van veiligheidsstructuren zal ook aandacht besteed moeten worden aan onderwijs- en andere programma’s om de langs etnische en religieuze lijnen volstrekt ontwrichte samenlevingen van Irak en Syrië weer te “helen”, zoals de Chaldeeuws-Katholieke aartsbisschop van Kirkuk en Sulaimaniya, Yousif Thomas Mirkis, afgelopen week benadrukte tijdens zijn rondreis door Nederland. Ook met het uitrollen van dergelijke programma’s moet zich niet beperken tot de middellange en lange termijn en ook niet tot de teruggewonnen gebieden, maar dient reeds nu in Irak en Syrië plaats te vinden. Meer nog dan de verschillende strijders zouden in onze ogen organisaties in Irak en Syrië die zich met de ontwikkeling en verbreiding van dit soort programma’s bezig houden door de internationale gemeenschap en door Nederland financieel en politiek ondersteund moeten worden.

Namens de Aramese Beweging voor Mensenrechten,

Aziz Beth Aho, voorzitter

Iraakse aartsbisschop over diversiteit, godsdienst en mensenrechten

101_3973Enschede (10-10-2014) – Deze week was de Iraakse priester-dominicaan Yousif Thomas Mirkis in Nederland. Sinds begin dit jaar is hij Chaldeeuws-Katholiek aartsbisschop van Kirkuk en Sulaimaniya, het bisdom dat afgelopen zomer een enorme stroom vluchtelingen te verwerken kreeg vanuit Mosul en de daarnaast gelegen Vlakte van Nineve toen deze door ISIS onder de voet gelopen werden. Het door ISIS beheerste gebied grenst nu aan het aartsbisdom van Yousif Thomas Mirkis en voor de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) was dit alles aanleiding om Yousif Thomas Mirkis naar Enschede uit te nodigen om over de huidige situatie in Irak te spreken en over de mogelijke toekomst van christenen in Irak.

Lees hiermeer over:

http://hetnabijeoostennabijtwente.blogspot.nl/2014/10/iraakse-aartsbisschop-over-diversiteit.html

 

Brief ABM aan de Vaste Cimmissie voor BuZa over de situatie rond IS in Irak en Syrië

Vaste Commissie Buza

 

 

 

 

aan de leden van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken,
van de Tweede Kamer der Staten Generaal

betreft: reactie op de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 oktober 2014

Enschede, 13 oktober 2014

Geachte Kamerleden,

Woensdagmiddag 15 oktober a.s. zal de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken voor de derde keer in twee weken uitgebreid met de minister voor Buitenlandse Zaken spreken over de situatie rond IS in Irak en Syrië. Een discussie die naar de mening van de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) tot dusverre teveel over de Nederlandse militaire inzet is gegaan en te weinig over de maatregelen die op politiek en maatschappelijk gebied genomen zouden moeten worden.

Daarbij is ons belangrijkste punt van zorg de bewapening van strijdgroepen tegen IS die het na de mogelijke nederlaag van IS volgens de coalitiegenoten in Syrië op zullen moeten nemen tegen het regeringsleger van Assad (en daartoe door de coalitie in Turkije getraind zullen worden) en die het naar onze inschattingen in Irak zullen opnemen tegen elkaar in de strijd voor of tegen een grotere Koerdische autonomie. Vandaag bereikten ons bovendien berichten dat ook in Turkije de PKK de wapens weer wil opnemen tegen de Turkse regering. President Obama heeft het Amerikaanse volk al voorbereid op een jarenlange strijd met verschillende fasen en met een onduidelijke strategie. Door alle nadruk te leggen op luchtbombardementen door de internationale coalitie (bestaande uit Westerse landen met hun Arabische bondgenoten) en lokale strijdgroepen op de grond elk met hun eigen, onderling conflicterende politieke agenda’s, zal de nu al drie-en-een-half jaar in Syrië en ruim elf jaar in Irak woedende oorlog inderdaad nodeloos verlengd worden.

Hoewel al het andere lijkt te verbleken bij de gruwelijkheden van IS in Irak en Syrië, willen we niet onvermeld laten dat ook andere strijdgroepen in deze regio, waarvan een aantal dus door het Westen bewapend en getraind worden, zich ook gewelddadigheden tegen de burgerbevolking te buiten gaan. Vorige maand meldden we al bij een aantal Kamerleden het geweld van Koerdische milities tegen christenen in de aan de Turks-Syrische grens gelegen stad Qamishli die zich niet bij hen aan wensten te sluiten en vorige week bereikte ons het bericht over de Franciscaanse priester Hanna Jallouf en een aantal van zijn parochianen die in het noordwesten van Syrië is ontvoerd. Gelukkig blijken zij inmiddels weer te zijn vrijgelaten; zulks echter in tegenstelling tot de in april 2013 ontvoerde bisschoppen van Aleppo van wie nog steeds elk spoor ontbreekt. Als met deze strijdgroepen geen afspraken gemaakt kunnen worden over het met rust laten van mensen die tot een andere etnische of religieuze minderheid in Syrië behoren, dan zou de internationale coalitie er in onze ogen vanaf moeten zien deze strijdgroepen te bewapenen en te trainen.

In de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken somt de regering een aantal sporen op voor een Europese inzet in het “brede spectrum van de geïntegreerde benadering”. We geven per spoor graag aan wat daar in onze ogen zou moeten gebeuren:

1. ondersteuning van een duurzaam en inclusief politiek proces
Na de opschorting van de onderhandelingen in Genève, begin dit kalenderjaar, hebben we weinig gehoord over initiatieven op dit proces weer in beweging te krijgen. Ook de internationale bemoeienissen om de Iraakse regering tot een inclusievere politiek te bewegingen lijken na het aftreden van premier Maliki beëindigd te zijn. Naar onze vaste overtuiging kan er geen duurzame en inclusieve politieke oplossing voor de zich steeds verder uitbreidende strijd in Syrië en Irak komen, zolang de Syrische regering van Assad, Iran, Rusland en China van de vormgeving van een dergelijke oplossing worden uitgesloten. In het Kamerdebat van vorige week over de noodzaak van een volkenrechtelijk mandaat om ISIS ook in Syrië te kunnen bestrijden werd opgemerkt dat dit alleen mogelijk is door hierover met andere, tot dusverre uitgesloten, partijen in deze te overleggen en overeenstemming te bereiken. Juist ook voor een bekorting van de strijd en het zo snel mogelijk kunnen komen tot een politieke oplossing is het volgens ons van het grootste belang meer prioriteit aan het hervatten cq. opstarten van inclusieve vredesbesprekingen over Syrië en Irak te beginnen. We sluiten niet uit dat het conflict tussen de Turkse regering en de Koerden daar inmiddels ook op de agenda zou moeten komen te staan en hebben dan ook ernstige vragen bij de afspraken die deze dagen met de Turkse regering gemaakt zullen worden om deze ertoe te bewegen haar luchtruim en militaire vliegvelden aan de internationale coalitie beschikbaar te stellen.

2. aanpak van financieringsstromen (inclusief oliesmokkel)
Dit punt zou naar onze mening uitgebreid moeten worden naar de aanpak van de stromen wapens en strijders naar IS en andere groepen die zich in Irak en Syrië aan zeer ernstige mensenrechtenschendingen schuldig maken. Wat de oliesmokkel hebben we enkelen van u vorige maand reeds gewezen op het bericht http://www.stopdebankiers.nl/de-eu-heeft-toegegeven-goedkope-aardolie-te-hebben-gekocht-van-isis/ We zijn erg benieuwd welke maatregelen de EU inmiddels heeft genomen om dit nader te onderzoeken en tegen te gaan.

3. op de middellange en lange termijn capaciteitsopbouw van Iraakse instituties                  
           (veiligheidssector en rechtstaatontwikkeling) en wederopbouw in teruggewonnen
           gebieden met het oog op inclusiviteit
De noodzaak van capaciteitsopbouw en wederopbouw onderschrijven we, de beperkingen tot de middellange en lange termijn en de teruggewonnen gebieden niet. Ook in de niet door IS beheerste gebieden in Irak is capaciteitsopbouw van de veiligheids- en rechtsstaatinstituties nodig en daar moet nu al mee begonnen worden. Zoals laatst iemand een discussie over de instelling van safe havens voor christelijke en andere minderheden samenvatte: “we willen geen veilige haven, maar een veilig land!” En dat bijvoorbeeld geldt ook Bagdad waar volgens recente berichten nog steeds christenen vandaan vluchten omdat ze zich in deze stad niet veilig voelen. Hoewel we niets af willen doen aan de prioriteiten van de Nederlandse regering om vooral aandacht te vragen voor het tegengaan van straffeloosheid en de positie van vrouwen, zouden we ook graag zien dat aandacht gevraagd wordt voor de positie van religieuze en etnische minderheden in het land.
Naast de opbouw van veiligheidsstructuren zal ook aandacht besteed moeten worden aan onderwijs- en andere programma’s om de langs etnische en religieuze lijnen volstrekt ontwrichte samenlevingen van Irak en Syrië weer te “helen”, zoals de Chaldeeuws-Katholieke aartsbisschop van Kirkuk en Sulaimaniya, Yousif Thomas Mirkis, afgelopen week benadrukte tijdens zijn rondreis door Nederland. Ook met het uitrollen van dergelijke programma’s moet zich niet beperken tot de middellange en lange termijn en ook niet tot de teruggewonnen gebieden, maar dient reeds nu in Irak en Syrië plaats te vinden. Meer nog dan de verschillende strijders zouden in onze ogen organisaties in Irak en Syrië die zich met de ontwikkeling en verbreiding van dit soort programma’s bezig houden door de internationale gemeenschap en door Nederland financieel en politiek ondersteund moeten worden.

Tot slot willen we u nog wijzen op de brief die we op 1 september jl. aan de Minister stuurden met een afschrift aan de Kamer en waarin we vaststelden dat de Minister niet had voldaan aan de uitdrukkelijke wens van de Kamer om een, in die brief expliciet genoemde, elftal vragen uit een eerdere brief van ons aan uw Kamer te beantwoorden. Tot dusverre heeft de Minister deze brief en de elf vragen, die, gezien uw vraag om deze te beantwoorden, ook de uwe zijn, nog steeds niet beantwoord.

Met vriendelijk groet,
namens de Aramese Beweging voor Mensenrechten,

Aziz Beth Aho, voorzitter

cc.       Minister van Buitenlandse Zaken

ABM organiseert publieksbijeenkomst met Yousif Thomas Mirkis, Chaldeeuws-Katholiek aartsbisschop van Kirkuk-Sulaimaniya, Noord-Irak

affiche yousif thomas mirkis - 2014-10-10 - versie 2Enschede, 6 oktober 2014 – De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) organiseert op vrijdagavond 10 oktober van 19.00 tot 22.00 uur in het gebouw van Platform Aram (Vlierstraat 93, Enschede) een publieksbijeenkomst met mgr. Yousif Thomas Mirkis, aartsbisschop van de Chaldeeuws-Katholieke kerk in Kirkuk-Sulaimaniya dat het noordoosten van Irak beslaat waar de afgelopen maanden talloze christenen en anderen vanuit Mosul en omgeving in het noordwesten van Irak naartoe zijn gevlucht.

Yousif Thomas Mirkis werd in 1949 in Mosul geboren en studeerde in die stad theologie. Zijn opleiding heeft hij voortgezet in Frankrijk waar hij ook toetrad tot de orde van de Dominicanen. In Irak werd hij hoogleraar theologie en filosofie aan het Babel College in Bagdad. Tevens was hij enige tijd “superior” van het convent van de Dominicanen in Bagdad. Na de val van Saddam Hoessein richtte hij in Bagdad de Academie voor Humanistiek, een soort Open Universiteit waar zowel christenen als moslims onderwijs genoten in verschillende religieuze en filosofische stromingen en in de menswetenschappen. Hij was tevens oprichter en redacteur van het maandblad Al-Fikr Al Mashini dat in Irak zowel door christenen als door moslims wordt gelezen. In 2007 werd het blad door het Internationaal Katholiek Persagentschap met de Gouden Medaille onderscheidde. Open dialoog met andere religies is aldoor een belangrijke activiteit geweest van de Mirkis en van de Dominicanen in Irak, naast de zorg voor de aanhoudende groep vluchtelingen ongeacht religieuze of etnische achtergrond.

Vanaf de vooravond van de Amerikaanse invasie in Irak van 2003 hebben de vereniging Kerk en Vrede, de Raad van Kerken in Nederland, de Basisbeweging Nederland en de Dominicanen in Nederland intensieve contacten met Yousif Thomas Mirkis onderhouden. Hij was het die een Duits-Nederlandse vredesdelegatie die in 2002 Irak bezocht voorstelde om een campagne te starten onder de titel “Ik heb familie in Irak”; een soort voorloper van de thans gevoerde “I am Nasrani” of “We Ara N” campagnes. Yousif Thomas Mirkis heeft sinds 2003 een aantal keren Nederland bezocht en is tijdens één van deze bezoeken ook te gast geweest van ABM in Enschede.

In januari 2014 werd hij tot aartsbisschop van Kirkuk-Sulaimaniya benoemd, als opvolger van mgr. Louis Sako die eind 2013 patriarch van de met Rome geünificeerde Chaldeeuws-Katholieke kerk was geworden en sindsdien in Bagdad zetelt. Nog geen halfjaar na zijn wijding tot aartsbisschop werd Mirkis geconfronteerd met de gevolgen van de verovering van Mosul door ISIS en de verdrijving van tienduizenden christenen, jezidi’s en anderen die in ogen van ISIS geen genade kunnen vinden uit de omgeving van Mosul waaronder de zgn. vlakte van Ninevé. De kerken in de verschillende steden in zijn aartsbisdom (Kirkuk, Sulaimaniya, Erbil) doen wat ze kunnen, maar kunnen deze toevloed van vluchtelingen nauwelijks aan.

Over deze actuele problematiek, maar ook over de toekomst van Irak en van de christelijke aanwezigheid in dit land, zal Yousif Thomas Mirkis op vrijdagavond 10 oktober met ons spreken. Zijn verhaal is in het Arabisch maar er zal naar het Nederlands worden vertaald. Eenieder is van harte welkom hierbij aanwezig te zijn. Tijdens de bijeenkomst zal gecollecteerd worden voor het werk van Chaldeeuws-Katholieke kerk in Kirkuk onder de vele vluchtelingen.

Protestactie tegen Nederlandse deelename aan oorlog tegen IS in Irak en Syrië‏

pamfletjes isis-actieEnschede (1-10-2014) De Aramese Beweging voor Mensenrechten, Enschede voor Vrede, de Samenwerkende Democratische Organisaties (van mensen afkomstig uit Turkije), de Turks-Mediterrane Alawitische Vereniging TAAB en de Socialistische Partij afdeling Enschede houden morgenavond 2 oktober 2014 van 19.00 tot 20.00 uur een protestactie op het Ei van Ko (het plein vóór het stadhuis) in Enschede tegen de de Nederlandse deelname aan de oorlog tegen IS in Irak en Syrië waar de Tweede Kamer diezelfde avond over zal besluiten.

Voor de inhoudelijke motivatie zie

http://hetnabijeoostennabijtwente.blogspot.nl/2014/09/stellingname-tegen-de-internationale.html

Timmermans blijft hardnekkig de genocide op de Aramese christenen in Irak ontkennen

aan de  minister van Buitenlandse Zaken,brief Timmermans 2014-08-20 pag01 
de heer Frans Timmermans

betreft: uw brief d.d. 20 augustus 2014 over “humanitaire nood onder minderheden in Irak”

Enschede, 1 september 2014

Geachte minister Timmermans,

Met wederom grote teleurstelling heeft de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) kennisgenomen van uw brief van ons van 20 augustus jl met kenmerk 2014.438879 op het afschrift van onze brief aan de Tweede Kamer-commissie voor Buitenlandse Zaken over brief Timmermans 2014-08-20 pag02.jpegde humanitaire nood onder minderheden in Irak. Bij het Schriftelijk Overleg over ditzelfde onderwerp (van 11 respectievelijk 28 augustus jl.) antwoordde de minister bevestigend op de vraag (nr.70) van de fractie van de ChristenUnie om de Kamer een afschrift te doen toekomen van zijn antwoord op de genoemde brief van ABM. Als ABM kunnen we ons niet aan de  indruk onttrekken dat de Kamer met haar expliciete vraag om toezending van een afschrift van het antwoord op onze brief hierbij net zomin als wij de afscheping met een standaardantwoord verwachtte. De tekst van de brief van de minister aan ons zagen we twee dagen later namelijk terug in de brief aan Assyrische lokale PvdA-politici die op 22 augustus stond afgedrukt in het onafhankelijke weekblad voor Twente, de Roskam (zie bijlage 1), waarop we inmiddels  met een ingezonden brief hebben gereageerd (in de Roskam van 29 augustus, zie bijlage 2 – we nodigen de minister hierbij uit om op de inhoud van deze brief te  reageren).

nood in irakWaar de minister in zijn brief aan de Assyrische lokale PvdA-politici nog ingaat op een tweetal door hen specifiek genoemde onderwerpen, wordt in de brief aan ons op geen enkel specifiek punt ingegaan dat wij in onze brief van 11 augustus. We herhalen ze hier, indien van toepassing uitgebreid met een reactie op de antwoorden van de minister in het genoemde Schriftelijk Overleg op aan onze punten gerelateerde vragen van diverse Kamerfracties:

  1. De langdurige en stelselmatige ontkenning door de minister dat van de door ons met enige regelmaat naar voren gebrachte aanwijzingen voor specifiek tegen christenen en andere religieuze minderheden gerichte campagnes en gewelddaden die op hun beurt een duidelijke waarschuwing vormden voor de genocide die zich thans voltrekt maar die al doende door de minister niet serieus werd genomen.

In antwoord nr. 57 aan de hieraan gerelateerde vraag van de ChristenUnie verwijst de minister naar antwoorden die hij in eerdere brieven heeft gegeven, maar deze werden nu juist als onbevredigend en ten onrechte ontwijkend ervaren en de vraag is hoe de minister nu terugkijkt op deze eerdere bagatelliseringen van wat ABM en anderen om het verleden aan de orde hebben gesteld en welke lessen hij hier voor de toekomst uit zou willen trekken.

  1. Ook gaat de minister niet in op de vraag welke verplichtingen het benoemen van de huidige gebeurtenissen in Irak als genocide met zich meebrengt voor de internationale gemeenschap en voor Nederland.

In antwoord nr. 31 aan de hieraan gerelateerde vraag van de PVV-fractie en andere fracties stelt de regering dat “het vermoeden van genocide” leidt tot het geven van prioriteit aan het voorkomen van verdere escalatie en het bieden van hulp. De minister geeft echter niet aan tot welke concrete maatregelen dit in zijn ogen zou moeten leiden.

  1. De minister geeft geen antwoord op onze vraag naar zijn oordeel over de bereidheid c.q. het vermogen van de Koerdische Autonome Regio(KAR)  om de etnische en religieuze minderheden op haar grondgebied te beschermen tegen verdere aanvallen van ISIS. Ons hebben diverse berichten bereikt dat de Koerdische strijders de vooral door christenen bewoonde zgn ‘Vlakte van Ninevé’ net zo snel en zonder enige verzet te bieden hebben verlaten als het Iraakse regeringsleger twee maanden geleden Mosul opgaf.
  1. Ook onze vraag over de geluiden die ons uit de regio bereiken over beperkingen in de hulpverlening aan de naar de KAR gevluchte christenen en andere minderheden worden niet door de minister beantwoord.

In antwoord nr. 59 op de hieraan gerelateerde vraag van de fractie van de ChristenUnie verwijst de minister naar het antwoord dat hij op een hieraan tegengestelde vraag van de SP-fractie heeft gegeven. Hij geeft hiermee dus geen antwoord op de voorliggende vraag.

  1. Dat geldt ook voor onze vraag naar zijn oordeel over het feit dat de Amerikaanse bombardementen op ISIS-stellingen pas van start zijn gegaan toen de stad Erbil, waar veel Amerikanen verblijven, onder vuur kwam te liggen en niet toen honderdduizenden Iraakse burgers door ISIS werden verdreven?
  1. We stelden in onze brief dat we het met de minister eens zijn dat een dat een duurzame oplossing alleen gevonden kan worden als Iraakse en regionale leiders hun verantwoordelijkheid nemen. Maar onze vraag wat Nederland, de Europese Unie en anderen concreet doen om dit te bevorderen wordt wederom niet beantwoord.

In antwoord nr.67 op de hieraan gerelateerde vraag van de ChristenUnie-fractie blijft de minister ook in algemeenheden steken.

  1. Ook vroegen we de minister naar zijn reactie op de oproep van Ignatius Aphrem II, patriarch van de Syrisch Orthodoxe kerk van Antiochië en het hele Oosten, aan de VN-Veiligheidsraad om druk uit te oefenen op landen die ISIS met wapens en financiën ondersteunen om deze steun te staken en welke activiteiten Nederland op dit vlak kan ondernemen. Ook deze vraag bleef onbeantwoord.

In antwoord nr. 64 van de hieraan gerelateerde vraag van de ChristenUnie-fractie stelt de minister dat hij dit binnen de EU aan de orde zal stellen. We zijn zeer benieuwd naar wat dit concreet aan EU-maatregelen heeft opgeleverd.

8. We vroegen de minister met betrekking tot wapenleveranties aan ISIS of het hen bekend is     dat Turkije wapens levert aan ISIS blijkens de uitspraken van Kemal Kılıçdaroğlu, de leider     van de grootste oppositiepartij CHP in het Turkse parlement in het Deutsch-türkische                 Journal van 4 augustus jl. (http://dtj-online.de/irak-is-kurden-jesiden-erdogan-kilicdaroglu-     34229) en tot welke maatregelen tegen Turkije dit zou moeten leiden. In dit verband               wezen we op het opmerkelijke feit dat in dit artikel wordt gesteld:
           Zuletzt kam ein Video in Umlauf, das angeblich IS-Terroristen bei Waffenübungen in                          Istanbul zeigen soll. Die Regierung kommentierte es bislang nicht. Auch hat sie die                          Gruppe bisher nicht als Terrororganisation eingestuft.
terwijl de minister in zijn brief aan de Kamer van 10 juli jl. (in reactie op  het door ABM en Jubilee Campaign aan uw Kamer aangeboden rapport over de Turkse betrokkenheid bij wandaden in Syrië (en Irak) stelt:
           Daarnaast blijkt ook uit het feit dat Turkije onlangs Jabhat al-Nusra en ISIS op de lijst                      van terroristische organisaties heeft geplaatst, dat het de bestrijding van dergelijke                          groepen serieus neemt.
Het wordt eentonig, maar ook op deze indringende vraag heeft de minister niet gereageerd.

Ook het als 28 genummerde antwoord op de hieraan gerelateerde vraag van de SP-fractie en het als 65 genummerde antwoord van de ChristenUnie-fractie ontwijken de punten die we hier aan de orde stellen en gaan niet in om de tegenspraak die wij hier aan de orde stelden.

  1. Ook vroegen we de minister of het hem met betrekking tot de financiering van ISIS bekend is dat Azerbeidzjan (in het bijzonder het Azerbeidzjaanse oliebedrijf SOCAR) olie afneemt die door ISIS in de door haar veroverde gebieden (met name Raqqa) wordt geproduceerd en daarmee ISIS dus direct financiert en tot welke maatregelen tegen Azerbeidzjan dit zou moeten leiden. Hierop zouden wij toch graag een antwoord krijgen.

In antwoord 66 op de gerelateerde vraag van de fractie van de ChristenUnie stelt de minister dat het in zijn algemeen zal (blijven) aandringen op sancties tegen afnemers van door ISIS verhandelde olie, maar gaat de minister niet nader in op het naar voren gebrachte concrete voorbeeld. Zo krijgt  algemeen geformuleerd beleid nooit tanden!

10. Behalve wapens en financiële middelen, zo stelden wij, is er ook nog steeds een gestage         stroom van jihadistische strijders vanuit met Nederland en met Nederland bevriende             staten. En we vroegen de minister wat het feit betekent dat deze strijders niet alleen               tegen Assad vechten, zoals ons steeds werd voorgehouden, maar zich bovenal schuldig         maken aan gruweldaden waarvoor sommige Westerse leiders de term ‘genocide’ al in de       mond genomen hebben. Geen antwoord.

11. En tot slot drongen we in onze brief aan op een snellere standpuntbepaling inzake de           navolging van het Franse voorbeeld om meer vluchtelingen uit Noord-Irak op te nemen           dan de regering van plan zei te zijn. Ook op deze vraag kregen wij geen antwoord.

Het antwoord nr. 62 van de minister op de hieraan gerelateerde vraag van de ChristenUnie is bepaald onbevredigend.

Mede gezien de belangstelling van de Tweede Kamer in een afschrift van de brief met antwoorden op deze vragen, verzoeken we de minister hierbij dringend om deze vragen alsnog te beantwoorden.

Met vriendelijk groet,

namens de Aramese Beweging voor Mensenrechten,

Aziz Beth Aho

voorzitter

cc.       leden van de Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken

roskam 1 roskam 2