Dagelijks archief: 17 april, 2014

Tweede Kamer bijgepraat over rol Turkije in oorlog Syrië

Den Haag (17-4-2014) Tweede Kamer bijgepraat over rol Turkije in oorlog Syrië

Vanmiddag heeft de Turks-Aramese jurist en journalist Erkan Metin de Tweede Kamer geïnformeerd over de rol van Turkije bij de oorlog in Syrië. Hij was in Den Haag op 101_2649 - voorbereidend gesprek met Pieter Omtzigtuitnodiging van de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) met ondersteuning van Jubilee Campaign en werd in de Tweede Kamer “in bijzondere procedure” ontvangen door CDA-Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt. Bij de ontvangst waren verder ook de Kamerleden Ingrid de Caluwé (VVD), Michiel Servaes (PvdA), Harry van Bommel (SP) en Joël Voordewind (ChristenUnie) aanwezig.

Erkan Metin vertelde over het door hem uitgevoerde onderzoek naar de ontvoering van de Syrisch-Orthodoxe bisschop van Aleppo en zijn Grieks-Orthodoxe collega, deze maand precies een jaar geleden. Bij dit onderzoek kwam hij gaandeweg een steeds meer aanwijzingen tegen dat de Turkse overheid meer over deze ontvoeringen weet dan ze toe wil geven en ook voortdurend bepaalde dingen toedekt. Zo heeft een Kaukasische strijder die bekend is onder de naam Abu Banat en in Turkse gevangenschap is zelf toegegeven dat hij verantwoordelijk is voor de ontvoering en de dood van beide bisschoppen, maar heeft de Turkse overheid deze feiten doelbewust niet in het strafproces meegenomen en zal Abu Banat volgende maand uitsluitend terecht staan voor illegaal wapenbezit en banden met Al Qaída.

Naarmate hij dieper in de materie dook kwam Erkan Metin steeds meer andere incidenten tegen waaruit een directe betrokkenheid van Turkse overheidsdiensten bij de gewapende strijd van buitenlandse jihadisten in Syrië. Zo worden buitenlandse jihadisten die gewond zijn geraakt in Turkse ziekenhuizen verpleegd waar ze 101_2666 - Aziz Beth Aho, tolk Adnan Hankul, Erkan Metin, Pieter Omtzigt en de griffier dhr Van Toorniet nader worden ondervraagd, zijn er bewijzen gevonden van 2000 vrachtauto’s met wapens en wapenonderdelen die bedoeld zijn voor de jihadistische strijders in Syrië en is enkele maanden geleden een Turkse Nederlander aangehouden die bekende dat hij sarin-gas (dat bij diverse aanvallen met chemische wapens in Syrië is gebruikt) vanuit Nederland naar Syrië vervoerde.

Verzoeken, ook van Turkse parlementariërs, zoals Erol Dora, om deze incidenten nader uit te zoeken, worden niet gehonoreerd. Ook de Nederlandse minister Timmermans hult zich in steevast in nietszeggende antwoorden als vanuit de Tweede Kamer nadere informatie wordt gevraagd over deze en andere incidenten zoals de telefoontap van enkele weken geleden waarin leden van de regering en de legerleiding met elkaar speculeren over het uitlokken van een Syrische aanval op een Turks doelwit, de graftombe van Süleyman Shah, waarna ze terug zouden kunnen slaan. Erkan 101_2673 - Kamerleden van PvdA, VVD, SP en ChristenUnie stellen hun vragenMetin riep de aanwezige Kamerleden op hier geen genoegen mee te nemen. Als er systematisch geen antwoorden worden gegeven en allerlei geruchten niet adequaat worden ontzenuwd moet er meer aan de hand zijn en heeft een parlement de plicht om de waarheid boven tafel te krijgen.

In Turkije is Erkan Metin een handtekeningenactie gestart om parlement en regering hiertoe op te roepen. Nederlandse parlementariërs zouden volgens hem een onderzoekscommissie moeten instellen, eventueel in samenwerking met collega’s in andere landen. Er zijn zoveel dingen onduidelijk in de oorlog in Syrië en er zijn zoveel tegenstrijdige berichten, terwijl Europa wel meent 101_2654 - interview met Katholiek Nieuwsbladeen bepaalde partij in deze oorlog te moeten ondersteunen en de ogen doelbewust sluit voor de rol die buitenlandse jihadistische strijders inmiddels in deze oorlog hebben ingenomen en waarvan met name de, in hun ogen, niet-islamitische bevolkingsgroepen het slachtoffer worden.

In het geval van Nederland speelt de stationering van Nederlandse Patriot-eenheden op de Turks-Syrische grens ook een belangrijke rol. De Patriots staan daar met enkele honderden Nederlandse militairen om de Turkse burgerbevolking te beschermen tegen een mogelijke aanval vanuit Syrië. Als Turkije echter een actieve rol speelt in de Syrische oorlog door niet alleen het Vrije Syrische Leger maar ook jihadistische groepen te ondersteunen en zelfs een Syrische aanval uit te lokken om zich vervolgens zelf actief in de strijd te kunnen mengen, is van een verdediging van een NAVO-bondgenoot echter geen sprake meer maar wordt feitelijk steun gegeven aan een geheim Turks offensief. Al doende zou Nederland dan tegen haar wil in een oorlog getrokken worden.

De Aramese Beweging voor Mensenrechten en Jubilee Campaign hebben de aanwezige Tweede Kamerleden na afloop van de ontvangst toegezegd een zo volledig mogelijk dossier samen te stellen met de verschillende incidenten, aanwijzingen en bewijzen die Erkan Metin heeft gevonden. Het is dan aan de Kamer in hoeverre men gehoor wil geven aan de oproep van Erkan Metin, maar mogelijk kan ook ABM via een handtekeningenactie de enkele tienduizenden zielen tellende Aramese gemeenschap in Nederland en hun vele medestanders ook mobiliseren om deze oproep te ondersteunen.

Onder de tientallen belangstellenden op de publieke tribune waren niet alleen Aramese, maar ook Armeense, Alawitische en Turkse organisaties vertegenwoordigd. Voorafgaand aan de ontvangst in de Tweede Kamer hebben journalisten van het Katholiek Nieuwsblad en het weekblad Elsevier Erkan Metin uitgebreid geïnterviewd. De komende week of komende weken zijn in beide bladen artikelen over het vandaag in de Tweede Kamer gepresenteerde onderzoek van Erkan Metin te verwachten.

IMPRESSIE BIJEENKOMST MET ERKAN METIN OP 15 APRIL 2014

IMPRESSIE BIJEENKOMST MET ERKAN METIN OP 15 APRIL 2014

WP_20140415_022Op dinsdag 15 april 2014 organiseerde de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) een bijeenkomst met de Turkse strafrechtadvocaat en onderzoeksjournalist Erkan Metin die op uitnodiging van ABM in Nederland is en op donderdag 17 april 2014 door CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt namens de commissie Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer in bijzondere procedure zal worden ontvangen. Erkan Metin, die van Aramese herkomst is en lidmaat van de Syrisch-Orthodoxe kerk, heeft zich het afgelopen jaar intensief beziggehouden met de verantwoordelijkheid voor de ontvoering van de Grieks-Orthodoxe aartsbisschop van Aleppo, Boulos Yazigi, en zijn Syrisch-Orthodoxe collega Yohanna Ibrahim op 22 april 2013. Een ontvoering die de Syrisch-christelijke gemoederen erg bezighoudt. Ook in Twente, waar Yohanna Ibrahim in de jaren ’70 als pastor werkzaam was binnen de eerste, nog maar nauwelijks georganiseerde Syrisch-Orthodoxe gemeenschap die inmiddels in heel Twente zo’n 20.000 zielen telt. De kleine zaal van het gebouw van Platform Aram zat daarom, ondanks het zeer ongebruikelijke tijdstip, goed vol met meer dan 50 mensen.

WP_20140415_010

Erkan Metin vertelde dat hij een jaar geleden aan zijn onderzoek is begonnen toen bleek dat de Turkse pers nauwelijks inging op het hoe en waarom van deze ontvoering die vlakbij de Turks-Syrische grens heeft plaatsgevonden. Dit in groot contrast tot de enorme hoeveelheid informatie in de sociale media die veelvuldig

gebruikt worden door diverse Syrische groeperingen. Deze berichten op de Syrische sociale media zijn onderling erg tegenstrijdig en bevatten zowel claims als beschuldiging over en weer. Toch komt er over de feitelijke gebeurtenis wel een tamelijk eenduidig beeld naar buiten.

Het aartsbisdom van de Grieks-Orthodoxe kerkleider Boulos Yazigi ligt deels in Syrië en deels in Turkije. Boulos Yazigi had de Paasdagen doorgebracht in het Turkse deel van zijn ambtsgebied en wilde daarna terugkeren naar Syrië maar kwam de door de Syrische oppositie beheerste grensovergangen niet over. Ook een poging om vanuit Turkije via Libanon naar Syrië te reizen strandde. Vervolgens besloot hij zijn collega Yohanna Ibrahim in te schakelen die goede contacten onderhield met de Syrische oppositie. Deze nam zijn contactpersoon met de Syrische oppositie, Fuad Eliya, mee en op de 22ste april 2013 reden ze naar Turkije, haalden Boulos Yazigi op en keerden terug naar Syrië. Zoals verwacht werden ze doorgelaten bij de controleposten van het Vrije Syrische Leger, maar iets meer dan 20 kilometer van de grens was een controlepost van een andere oppositionele groep waar ze werden aangehouden. De chauffeur werd gedwongen uit te stappen en bestuurd door mensen van deze onbekende groepering vertrok de auto met de twee aartsbisschoppen naar een onbekende bestemming.

Erkan benadrukt dat de chauffeur niet bij deze aanhouding en ontvoering is doodgeschoten, zoals wel wordt aangenomen. Hij is waarschijnlijk gaan lopen en daarbij in militair gebied terecht gekomen waar hij als indringer door een sluipschutter van het Syrische regeringsleger gedood zou zijn. Fuas Eliya is later vrijgelaten door de ontvoerders en is de enige die een getuigenis heeft kunnen afleggen over wat er gebeurd is. Over de identiteit van de ontvoerders is hij heel stellig: het waren geen Syriërs en ze waren ook niet afkomstig uit andere Arabische landen. Gelet hun kleding en baardgroei stelde Fuad Eliya dat ze uit de Kaukasus of Afghanistan afkomstig waren. Op basis hiervan rees het vermoeden dat de ontvoering gepleegd is door een groep die zichzelf het “Kaukasisch Kalifaat” noemt en die vooral uit strijders uit de Russische deelrepublieken Tsjetsjenië en Dagestan bestaat. De eerste Kaukasische jihadisten kwamen in 2011 Syrië al binnen, maar met name in 2013 is een grote stroom Kaukasische jihadisten naar Syrië gekomen om daar de strijd te voeren. Er is sprake van een soort “vreemdelingenlegioen” dat haar hoofdkwartier en trainingscentra in Turkije heeft en vandaaruit operaties in het noorden van Syrië uitvoert. Eén van de leiders is overigens geen Tsjetsjeen maar een Georgiër die in 2008 in de oorlog met Rusland is geradicaliseerd, zich tot de islam heeft bekeerd en nu een fanatieke aanvoerder van dit vreemdelingenlegioen is geworden. Overigens stelt het Vrije Syrische Leger dat deze jihadistische groepen helemaal niet tegen de Syrische regering vechten, maar zich gebieden toeëigenen in de reeds “bevrijde gebieden” waar ze een soort terreurbewind uitoefenen over de lokale bevolking en zichzelf een machtspositie verschaffen en zichzelf verrijken. Er zwerven in het noorden van Syrië diverse lokale krijgsheren rond met soms vreemde voorgeschiedenissen en bekeringen, zoals de genoemde Georgiër, zodat er ook de wildste verhalen rondgaan over Russische invloeden in deze chaotische situatie.

Dat geldt bijvoorbeeld voor een krijgsheer die bekend staat onder de naam Abu Banat die zichzelf tot machthebber heeft verklaard over een dorp in Syrië dat vlakbij de plek ligt waar de aartsbisschoppen zijn ontvoerd. Van hem is bekend dat hij uit Dagestan komt en in 2011 naar Egypte is gegaan om te helpen bij de revolutie maar het land is uitgezet toen bleek dat hij vooral zichzelf trachtte te verrijken en maar weinig deed om de islam te bevorderen. In 2012 werd hij in Turkije gesignaleerd en was toen actief in een aantal vluchtelingenkampen aan de grens met Syrië. Volgens de Turkse autoriteiten zou hij het land zijn uitgezet, maar als strafrechtadvocaat heeft Erkan Metin toegang tot allerlei politiedossiers en daaruit bleek anders.

WP_20140415_016

Het zijn vooral de vele tegenstrijdigheden tussen datgene wat de Turkse regering naar buiten brengt en wat uit onderzoek naar Syrische bronnen of uit de politiedossiers blijkt die de Turkse regering verdacht maken in de ogen van Erkan Metin. Er moet kennelijk van alles worden toegedekt en steeds komt men weer op eerdere verklaringen terug. Abu Banat is gearresteerd en zal op 21 mei a.s. worden voorgeleid, maar uitsluitend op grond van verboden wapenbezit en zijn relatie tot het terroristisch netwerk van Al Qaida. Het hele dossier over de ontvoering – en mogelijke dood – van de aartsbisschoppen blijft buiten beschouwing. Vragen hierover door bevriende Turkse parlementariërs worden niet beantwoord.

Erkan Metin belooft zelf door te gaan met zijn onderzoekingen maar hij roept ABM, de aanwezigen in de zaal en iedereen van goede wil op om druk uit te blijven oefenen op de Turkse regering om meer openheid van zaken te geven over dit hele dossier. De ontvoering van de twee aartsbisschoppen van Aleppo is namelijk de meest geruchtmakende zaak, maar in de schaduw hiervan is sprake van diverse andere ontvoeringen en aanslagen die met veel mist omgeven worden en die aan het licht moeten worden gebracht.

WP_20140415_012

Jan Schaake
16 april 2014